Gepubliceerd op 1 februari 2022
Iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op toegankelijke en betaalbare zorg. De coronapandemie heeft aangetoond hoe belangrijk en tegelijkertijd uitdagend dit is. Meer dan ooit is het belangrijk dat we collectief zorggeld op een effectieve manier besteden aan passende zorg. Daarom hebben zorgaanbieders de verantwoordelijkheid om hun bedrijfsvoering professioneel en integer te organiseren en moeten zij met de komst van de Wtza en de AWtza inzicht bieden in de besteding van zorggeld. Waarom is dat zo belangrijk? En hoe zoeken we naar de goede balans tussen aan het ene kant het maatschappelijke belang en aan de andere kant de administratieve belasting voor zorgaanbieders?
Meer dan een miljoen mensen werken in de zorgsector en we maken allemaal gebruik van de zorg. De één minder, de ander meer. Jaarlijks besteden we in Nederland meer dan 116 miljard euro aan zorg. Ons zorgstelsel is gebaseerd op solidariteit. Iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op toegankelijke en betaalbare zorg, ongeacht zijn of haar inkomen. Daar zet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zich voor in. De uitdaging is echter groot. De vraag naar gezondheidszorg groeit en de zorgkosten stijgen ieder jaar verder. Om die redenen hebben wij in 2020 samen met het Zorginstituut Nederland het advies ‘Passende zorg – de toekomst is nú!’ uitgebracht. Met dit advies zetten we in op veranderingen van organisatie, bekostiging en inkoop van zorg, en op het versterken van de professionele besturing en bedrijfsvoering van zorgaanbieders.
Toekomstbestendige zorg
Passende zorg is zorg die samen met en rond de patiënt tot stand komt, de juiste zorg op de juiste plek betekent en niet gaat over ziekte maar over kwaliteit van leven, gezondheid en preventie. Passende zorg gaat niet alleen over gepast gebruik van zorg, maar ook over een toekomstbestendige organisatie van zorg. Deze twee elementen moeten we in samenhang aanpakken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden voor in de toekomst.
Goed bestuur en een professionele bedrijfsvoering van alle partijen in het Nederlandse zorgveld dragen bij aan gepast gebruik en een toekomstbestendige organisatie van zorg. Het zijn daarom essentiële randvoorwaarden om te komen tot passende zorg. Dit geldt niet alleen voor zorgaanbieders, maar bijvoorbeeld ook voor zorgkantoren en zorgverzekeraars. Door in te zetten op goed bestuur en professionele bedrijfsvoering, stimuleren we dat zorggeld aantoonbaar wordt besteed aan passende zorg en dat tijdige toegang tot zorg is geborgd. Het helpt daarnaast zorgaanbieders om tijdig te anticiperen en effectief in te spelen op ontwikkelingen. Denk aan veranderingen zoals het verplaatsen en vervangen van zorg, het vormen van (samenwerkings)netwerken en de toenemende digitalisering van zorg. Zo borgen zorgaanbieders de toekomstbestendigheid van hun eigen organisaties, maar ook de toekomstbestendigheid van ons solidaire zorgstelsel.
Wtza en Awtza: in het kort
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking getreden. Deze wetten dragen bij aan het borgen van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Ze stellen onder andere voorwaarden aan toetreding tot de zorg, de transparantie van de financiële bedrijfsvoering, en het aantrekken van derivaten. Daarnaast draagt de wetgeving bij aan de transparantie van de besteding van de schaarse zorgmiddelen. Interne toezichthouders en cliëntenraden, politici, journalisten en toezichthouders als de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de NZa, kunnen daardoor ingrijpen wanneer dat nodig is.
De AWtza draagt bij aan het verbeteren van het toezicht door de NZa. Concreet betekent dit dat de NZa vier nieuwe toezichtstaken heeft:
- Transparantie van de financiële bedrijfsvoering
- Verbod op winstoogmerk
- De aanlevering van de jaarverantwoording door zorgaanbieders
- De voorwaarden voor het aantrekken van derivaten
Het toezicht op de eerste drie taken bestond al en werd uitgeoefend door de IGJ. Sinds 1 januari 2022 zijn deze toezichtstaken bij de NZa belegd. De normen zelf wijzigen niet, wel moeten meer zorgaanbieders aan deze wettelijke verplichtingen voldoen. Voor zorgaanbieders die al voldoen aan de vereisten voor de transparante bedrijfsvoering en het verbod op winstoogmerk verandert er niets. De vierde taak is wel nieuw. In de Regeling financiële derivaten wmg heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de voorwaarden neergelegd waaronder zorgaanbieders financiële derivaten mogen aantrekken. De NZa houdt toezicht op deze voorwaarden.
Geen verspilling van zorggeld: een gezamenlijke opgave
Om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen waar de Nederlandse gezondheidszorg voor staat, is het cruciaal dat collectief zorggeld wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is: passende zorg. Niet alleen zorgfraude, maar ook verspilling van zorggeld als gevolg van onwetendheid of onachtzaamheid ondermijnen het vertrouwen in de zorg. Wij beschouwen het als onze rol om de juiste randvoorwaarden te creëren voor passende zorg. Maar: van alle partijen wordt een aanzienlijke inspanning verwacht om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden.
Van de politiek verwachten we dat zij beleidskeuzes maken die bijdragen aan het voorkomen van het onnodig weglekken van zorggelden. Aan de wetgever vragen wij te zorgen voor uitvoerbare en handhaafbare normen op dit gebied. Via hun zorginkooprol kunnen ook zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten bijdragen aan passende zorg. Met hun controles kunnen zij ervoor zorgen dat zorggeld ook echt naar passende zorg gaat. Ook private partijen als banken, accountants en notarissen hebben op dit vlak een rol te spelen, door bijvoorbeeld onnodig complexe bedrijfsstructuren tegen te gaan. Dergelijke constructies kunnen het weglekken van zorggeld namelijk mogelijk maken en het streven naar passende zorg bemoeilijken. En ook toezichthouders als de NZa dragen bij, door bijvoorbeeld zorgaanbieders concrete handvatten aan te reiken waarmee zij hun bedrijfsvoering verder kunnen professionaliseren. Maar ook door oneigenlijk gebruik van zorggelden te stoppen en waar nodig te bestraffen.
Om al deze stakeholders hun rol te kunnen laten pakken, moet wel inzichtelijk zijn hoe zorggelden precies worden besteed. Daarom hebben zorgaanbieders de verantwoordelijkheid om hun financiële bedrijfsvoering transparant te maken en de jaarverantwoording aan te leveren. Deze informatie is voor de NZa belangrijk, omdat wij willen zien dat kwaliteit en continuïteit van zorg geborgd is en dat zorggeld besteed wordt aan passende zorg. Maar ook voor zorgaanbieders is het essentieel dat de bedrijfsvoering en financiën op orde zijn, ongeacht hoe klein of groot de organisatie is. Betrouwbare administratie is daar een onmisbaar onderdeel van. Is die administratie op orde, dan is de aanlevering van de jaarverantwoording een eenvoudige maar belangrijke handeling.
Jaarverantwoording: van IGJ naar NZa
Zorgaanbieders zijn al langere tijd verplicht om informatie over hun financiële bedrijfsvoering openbaar te maken. Met de jaarverantwoording wordt op dezelfde manier vergelijkbare informatie uitgevraagd bij zorgaanbieders. Hiermee worden afzonderlijke informatie-uitvragen voorkomen en administratieve lasten beperkt. De jaarverantwoording bestaat uit onder andere een jaarrekening en een aantal vragen over de bedrijfsvoering en besturing.
Per 2022 en 2023 zijn er vanwege de komst van de Wtza en de AWtza een aantal belangrijke wijzigingen als het gaat om die jaarverantwoording. Vanaf 1 januari 2022 gaan wij als NZa, in plaats van de IGJ, toezicht houden op de openbaarmaking van de jaarverantwoording door zorgaanbieders. De wetgever vindt dat deze taak goed aansluit bij de overige taken en werkzaamheden van de NZa. De IGJ blijft toezicht houden op de openbaarmaking van de jaarverantwoording door jeugdhulpverleners. Daarnaast wordt in 2023 het format voor de jaarverantwoording gewijzigd. Zo sluiten we beter aan bij bestaande verantwoordingstromen op grond van het Burgerlijk Wetboek en brengen we de omvang van de informatie aanzienlijk terug.
Jaarverantwoording: meer zorgaanbieders
In 2023 wordt daarnaast de reikwijdte uitgebreid. Dit betekent dat ook zorgaanbieders die nu nog niet verantwoordingsplichtig zijn, waaronder huisartsen, fysiotherapeuten en tandartsen, vanaf dan hun jaarverantwoording openbaar moeten maken. Waar nu zo’n 3.500 zorgaanbieders informatie openbaar maken, worden dat er in 2023 ongeveer 21.000.
Voor kleinere zorgaanbieders zoals eenmanszaken voorziet de wetgever in 2023 in een aantal maatregelen om de administratieve lasten te beperken. Zo geldt voor deze aanbieders niet de plicht om een accountantsverklaring openbaar te maken. Voor specifiek eenmanszaken geldt dat zij een aantal kerngetallen openbaar moeten maken en niet een volledige jaarrekening. Ook wordt voorzien in een afgesloten deel van de jaarverantwoording. Dit houdt in dat gegevens die naar hun aard vertrouwelijk zijn, alleen toegankelijk zijn voor bepaalde uitvragende partijen zoals het CBS, de IGJ en de NZa. Zo wordt voorkomen dat tot individuele zorgaanbieders herleidbare gegevens openbaar worden. Solisten zijn en blijven uitgezonderd van de plicht een jaarverantwoording openbaar te maken.
Jaarverantwoording: NZa-vragenlijst
In 2023 wijzigt het format van de vragenlijst en wordt het aantal vragen aanzienlijk teruggebracht en zo compact mogelijk gehouden. Hiermee willen we de lasten voor zorgaanbieders zo veel als mogelijk beperken. De vragen die wij stellen zijn vastgesteld volgens de regeling Wmg en zijn onderdeel van het afgesloten gedeelte van de jaarverantwoording.
De NZa-vragenlijst is opgesteld na consultatie door belanghebbende personen en partijen. In het consultatieproces hebben wij gemerkt dat dat er met name weerstand is onder de (kleinere) zorgaanbieders die vanaf 2023 voor het eerst gegevens moeten aanleveren in het kader van de jaarverantwoording. Om die reden hebben we onder andere een onafhankelijke impactanalyse door SIRA consultancy laten uitvoeren. Die heeft geholpen om het aantal vragen zo klein mogelijk te houden. Ook heeft Berenschot een onderzoek uitgevoerd om het dubbel uitvragen van informatie door partijen te voorkomen. Dit heeft ervoor gezorgd dat zorgaanbieders maximaal 14 vragen moet invullen, afhankelijk van de omvang van de aanbieder en de aard van zorgverlening. Het invullen kost weinig tijd: zo’n 10 minuten per jaar voor eenmanszaken, 1 uur voor kleine aanbieders, ruim 2 uur voor middelgrote aanbieders en ongeveer 7 uur voor grote zorgaanbieders.
Jaarverantwoording: lastenverlichting waar kan
Wij realiseren ons dat met de komst van de Wtza en Awtza een groter beroep wordt gedaan op zorgaanbieders. Daarom kijken we ook kritisch naar onszelf en ondernemen we acties om de lasten zo veel als mogelijk te beperken. Zo onderzoeken we welke andere partijen informatie over de bedrijfsvoering uitvragen om te voorkomen dat informatie die al via de jaarverantwoording wordt uitgevraagd, ook nog via andere wegen wordt uitgevraagd. Zo willen we dubbele uitvragen voorkomen.
We horen daarnaast graag de ervaringen van de gebruikers: de mensen die voor zorgaanbieders de jaarverantwoording indienen. Daarom organiseren we focusgroepen om inzicht te krijgen in waar zij tegenaan lopen en welke problemen zij tegenkomen. Deze problemen zullen we verhelpen of aankaarten bij de juiste instantie. Zo proberen we het voor zorgaanbieders makkelijker te maken de jaarverantwoording in te vullen.
Dit jaar werken we ook aan een concrete handleiding voor zorgaanbieders waarin we duidelijk beschrijven hoe zorgaanbieders de jaarverantwoording kunnen invullen. Ook zullen we hierin begrippen uit de jaarverantwoording begrijpelijk omschrijven. Voor specifiek kleine zorgaanbieders, en zorgaanbieders in de eerstelijn, zullen we aangeven hoe zij met bepaalde situaties kunnen omgaan. Hoe waarnemende huisartsen bijvoorbeeld moeten worden verwerkt in de jaarverantwoording. We hebben al een informatiekaart met concrete adviezen, voor met name kleine zorgaanbieders gepubliceerd. Deze tips zijn opgenomen in een speciale informatiekaart en helpen zorgaanbieders hun financiële administratie te verbeteren waardoor ook het invullen van bijvoorbeeld de vragenlijst eenvoudiger wordt.
We zijn ons ervan bewust dat we ondanks de zorgvuldige consultatie en bovenstaande initiatieven niet alle weerstand weg hebben kunnen nemen. We geloven echter dat we met de huidige vragenlijst en aanpalende maatregelen een goede balans hebben gevonden tussen enerzijds de administratieve belasting voor zorgaanbieders en anderzijds de essentiële inzichten die nodig zijn om erop toe te kunnen zien dat collectief zorggeld effectief, doelmatig en rechtmatig wordt besteed. Zodat zorggeld besteed wordt aan de patiënten en cliënten die dat nodig hebben.
De waarde van data en het JMV-dashboard
In de zorg draait het om mensen. Om patiënten, cliënten en zorgverleners. Het draait om het leveren en ontvangen van zorg die bijdraagt aan de kwaliteit van leven. Data helpen daarbij. Want met behulp van data kan worden achterhaald welke zorg bijdraagt aan de kwaliteit van leven, en welke niet. Daarnaast kan dankzij data worden gemonitord of de beschikbare middelen ook daadwerkelijk worden aangewend voor passende zorg, en kan worden ingegrepen als dit aantoonbaar niet het geval is.
Alle jaarverantwoordingen die de ongeveer 21.000 zorgaanbieders vanaf 2023 zullen gaan aanleveren zullen automatisch overzichtelijk worden weergegeven in het zogenoemde JMV-dashboard. Waarom data van de jaarverantwoording voor ons belangrijk is, en hoe dit dashboard precies werkt leggen we uit in het artikel “De waarde van datagedreven toezicht door de NZa”.
Toezicht en transparantie
Naast het toezicht op de jaarverantwoording kreeg de NZa er per 1 januari 2022 nog drie andere toezichtstaken bij. Het gaat dan om het toezicht op de transparantie van de financiële bedrijfsvoering, het verbod op winstoogmerk en de voorwaarden bij het aantrekken van financiële derivaten.
Deze taken stellen ons als toezichthouder in staat om in te grijpen als de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders onvoldoende transparant is. Maar ook als in strijd met het verbod op winstoogmerk dividend wordt uitgekeerd of als bij het aantrekken van financiële derivaten niet wordt voldaan aan de voorwaarden die hiervoor gelden. Dit toezicht integreren wij in ons huidige toezicht op de juistheid van declaraties, de deugdelijkheid van de administratie en de verschillende transparantiebepalingen. Ingrijpen doen wij risicogestuurd en datagedreven. Op basis van onder andere meldingen en declaratie- en jaarverantwoordingsdata identificeren en prioriteren wij de risico’s en selecteren we zorgaanbieders voor nader onderzoek.
Maar naast ingrijpen wanneer dat nodig is, faciliteren wij zorgaanbieders ook. Bijvoorbeeld met adviezen voor kleine zorgaanbieders om hun administratie verder te professionaliseren. Een voorbeeld is de suggestie dat de zorgaanbieder facturen en inkoop opeenvolgend nummert. Zo krijgen zorgaanbieders grip op hun uitgaven en inkomsten. Maar ook staan we stil bij hoe grotere zorgaanbieders belangenverstrengeling kunnen voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door meerdere offertes op te vragen en deze te beoordelen op een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit.
Met de nieuwe taken balanceren we als NZa tussen verantwoording over de besteding van publieke zorgmiddelen en een minimale administratieve belasting voor zorgaanbieders. We blijven ons inzetten om de bedrijfsvoering van zorgaanbieders verder te professionaliseren, juist met als doel om te komen tot passende zorg voor iedereen die dat nodig heeft. Nu én in de toekomst.
Wilt u meer informatie?
Heeft u vragen over de Wtza en de AWtza? Dan kunt u terecht op de website van de NZa en op https://www.toetredingzorgaanbieders.nl/. Heeft u vragen over de jaarverantwoording? Kijk dan op de website https://www.jaarverantwoordingzorg.nl/. Ook kun u contact opnemen met ons Informatie- en Contactcentrum.