Meer tijd voor de patiënt en meer samenwerking in de regio. Dat staat in het bestuurlijk akkoord huisartsenzorg 2019-2022. In deze serie artikelen vertellen drie zorgaanbieders en twee verzekeraars hoe ze hier naar toewerken. Welke uitdagingen komen ze tegen en welke tips hebben ze?
Meer samenwerken in de regio voor de huisartsenzorg. Daar zet de NZa zich voor in.
In de huisartsenzorg zijn er al veel voorbeelden van mooie regionale samenwerking. We nemen een kijkje in de regio’s Groningen, Amsterdam en Deventer.
Welke stappen hebben de huisartsen en zorgverzekeraars daar gezet? Maar ook: welke uitdagingen komen zij tegen en welke tips hebben ze? Doe inspiratie op voor uw regio in deze artikelenreeks.
In dit artikel vertellen Lidwien Kruijswijk Jansen van de Huisartsen Coöperatie Deventer en Omstreken (HCDO) en Jan Rosenkamp, senior zorginkoper bij zorgverzekeraar Eno over de regio Deventer en omstreken.
Bijzonder aan de regio Deventer en omstreken is de samenwerking tussen één coöperatie van huisartsen, één ziekenhuis en één zorgverzekeraar. “In totaal doen zo’n honderdveertig huisartsen inclusief waarnemers mee. Iedereen zit bij de Huisartsen Coöperatie Deventer en Omstreken (HCDO)”, vertelt Lidwien Kruijswijk Jansen. Zij is manager Ketenzorg & Innovatie bij de HCDO. Met Salland Zorgverzekeringen als de grootste zorgverzekeraar en alleen het Deventer Ziekenhuis in de regio, leidt dit tot een goede samenwerking tussen de drie partijen. Jan Rosenkamp, senior zorginkoper bij zorgverzekeraar Eno, waar Salland Zorgverzekeringen onder valt, vult aan: “Maar het gaat ook verder. Niet alleen richting de HCDO zijn er korte lijntjes. Ik ken ook vrijwel iedere huisarts in de regio. In alle praktijken ben ik in de afgelopen jaren minimaal één keer geweest.”
Een van de redenen hiervoor is het doel meer tijd voor de patiënt te creëren. Dat project begon tussen de zorgverzekeraar en de HCDO. Rosenkamp: “Er gebeurde al veel in het land op dit gebied. We hebben daarom samen die ideeën verzameld. We hebben als het ware een soort shoppinglist gemaakt met projecten die direct of indirect meer tijd voor de patiënt kunnen opleveren. Al die projecten moeten de beweging naar de juiste zorg op de juiste plek dienen.”
Nuances en energie
Met deze shoppinglist gaven de HCDO en Eno als het ware een voorzet voor de huisartsen in de regio. Kruijswijk Jansen: “Maar de huisartsen maakten uiteindelijk zelf de keuze met welke projecten ze aan de slag wilden. Sommigen kozen ook niet uit de lijst, maar hadden zelf een goed idee.” Rosenkamp: “Vervolgens hebben we met elke praktijk een afspraak op maat gemaakt. Daardoor ligt nu bij elke praktijk de nuance een beetje anders, ook al werken ze allemaal aan het creëren van meer tijd voor de patiënt.”
Kruijswijk Jansen vindt het bijzonder dat alle partijen in dit project uitgaan van de energie van de huisarts. “Als de huisarts aangeeft dat iets nodig is, dan vertrouwen we daarop. De huisarts denkt vanuit het belang van de patiënt en zo komt de juiste zorg op de juiste plek. Kijken waar die energie precies zit, zou ik dan ook echt als tip willen geven.” Volgens Kruijswijk Jansen is dit ook een reden dat het huidige initiatief al zo goed loopt. “We zijn nog maar een half jaar bezig, maar er doen al meer dan dertig praktijken mee. Voor komend jaar hebben zich al meerdere praktijken aangemeld. Het balletje rolt.”
Verbindingsofficier
De meeste huisartsenpraktijken in de regio doen mee aan meerdere projecten die meer tijd voor de patiënt opleveren. Kruijswijk Jansen: “We kijken bijvoorbeeld met bijna alle praktijken naar het aantal patiënten dat heel regelmatig komt.” Sommige patiënten komen twintig tot veertig keer per jaar bij de huisarts, met als uitschieter een patiënt die 96 keer in één jaar kwam. Rosenkamp vult aan: “De meeste normprakijken hebben tussen de twintig en vijftig patiënten die zo vaak komen. Reken je dat om, dan ben je dus wekenlang bezig met een kleine groep van je populatie. En veel van de problemen die we bij deze patiënten zien, zijn niet echt medisch.”
De beweging waar Eno en de HCDO daarom op inzetten is dat deze patiënten, waar mogelijk, naar het sociale domein verwezen worden. Rosenkamp: “We hebben hierin onder andere stappen gezet samen met de gemeente Deventer. Iedere praktijk krijgt een sociaal werker aan zich gekoppeld die de weg kent in het sociale domein. Een soort verbindingsofficier.”
Richting positieve gezondheid
Een ander belangrijk project is de beweging naar positieve gezondheid. “Iedereen gelooft in de beweging van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’. Maar hoe doe je dat nu in de praktijk? Daarvoor hebben we een scholing oplossingsgericht werken georganiseerd”, vertelt Kruijswijk Jansen.
Rosenkamp noemt de nieuwe werkwijze een soort coachingsgesprek dat je als huisarts voert. Je kijkt hierbij verder dan het medische. “Je kijkt naar de belangrijkste doelen en dingen in iemands leven. Dit is minder diagnosegericht dan hoe dokters zijn opgeleid. Zij moeten meer het gesprek aangaan.” De patiënt kan door de huisarts gecoacht worden, maar ook verwezen worden naar het sociaal domein.
Deze manier van werken en denken vereist volgens Kruijswijk Jansen een gedachte-omslag. “Als je vandaag de cursus volgt, doe je je werk niet morgen al anders. Het is iets dat moet groeien.” Het leuke aan de huidige scholing is dat de trainer, zelf ook werkzaam als huisarts, met praktisch voorbeelden komt. “Ik was bang dat het misschien te geitenwollensokkenachtig zou zijn, maar de situaties die hij aanhaalt zijn heel herkenbaar”, vindt Kruijswijk Jansen. Rosenkamp: “De trainer voert het gesprek zó anders dan de klassieke huisarts, dat iedereen denkt: verdomd, zo kan het ook.”
Een uitdaging in de regio
Net als in andere regio’s, is er ook in Deventer en omstreken arbeidsproblematiek. Kruijswijk Jansen en Rosenkamp noemen bijvoorbeeld het aantal specialisten Ouderengeneeskunde. “Dat staat op onze prioriteitenlijst”, vertelt Kruijswijk Jansen. “Naar de oplossing zijn we nog op zoek. Waar we nu al op inspelen is de regio zo aantrekkelijk mogelijk maken voor bijvoorbeeld waarnemers.”
Rosenkamp: “Zo hebben onze praktijken een vergoeding gekregen om extra waarneemcapaciteit in te huren. Zo hebben de huisartsen zelf hun handen vrij om projecten te ontwikkelen die bijdragen aan meer tijd voor de patiënt.” De huisartsen hebben dus letterlijk meer tijd gekregen. Voor de waarnemend huisartsen is er zo een goede boterham te verdienen in de regio. Kruijswijk Jansen: “En de waarnemers geven aan dat ze het inhoudelijk leuk vinden om hier te werken. Onder meer omdat ze meedoen aan de projecten die zorgen voor meer tijd voor de patiënt.”
Werkplezier als focus en gezamenlijkheid als vertrekpunt
“We geloven er echt in dat als je met plezier werkt, dat alles beter gaat. Dat een huisarts die plezier heeft in z’n werk tot meer efficiënte zorg leidt. Daarom is werkplezier zo belangrijk voor de HCDO”, vertelt Kruijswijk Jansen. “En als ik kijk naar mijn eigen werkplezier, dan zit dat er voor mij ook in dat ik Jan (Rosenkamp, red.) ken. Dat ik weet wat ik aan hem heb en dat ik zaken met hem open durf te bespreken.”
Rosenkamp. “We hebben heel korte lijntjes. Niet dat we nooit tegenover elkaar staan maar daar waar we het gezamenlijk op kunnen pakken, doen we dat ook.” Dat is ook direct de tip van Rosenkamp voor samenwerking: kijk naar wat je gezamenlijk hebt. “De huisarts wil het beste voor de patiënt en als verzekeraar wil je dat ook voor je verzekerde. We dienen voor een belangrijk deel hetzelfde belang, dus kijk daarnaar en ga van daaruit aan de slag. Dan zet je stappen.”