De gehandicaptenzorg is vanouds een stabiele sector, maar toch verandert de laatste jaren het zorggebruik. De veranderingen zijn nog niet heel groot, maar zij zijn wel een voorbode hoe de behoefte aan zorg van diegenen die er gebruik van maken zich ontwikkelt. Zo wordt het persoonsgebonden budget (pgb) populairder. Vooral bij jongeren.
In deze eerste monitor over de gehandicaptenzorg brengen we die ontwikkelingen in kaart. We zien de monitor dan ook als een nulmeting om het zorggebruik en verschuivingen daarin de komende tijd te blijven volgen. Daarmee sluiten we aan bij het programma Volwaardig Leven dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in het najaar van 2018 lanceerde. Met als hoofddoel om de zorg beter passend en toekomstbestendig (te) maken voor mensen met een beperking.
We geven een overzicht in de stand van de zorg, schetsen de toekomstige veranderingen en laten zien hoe wij die kunnen faciliteren. Zodat we voor cliënten in de gehandicaptenzorg de juiste zorg op de juiste plek mogelijk maken. En die cliënten zijn heel divers. Het gaat om mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuigelijke handicap die permanent zorg of toezicht nodig hebben.
Stabiel beeld, langzame veranderingen in zorggebruik
De verblijfsdagen bij de grootste groep cliënten binnen de sector, de cliënten die bij de zorgaanbieder wonen met een zorgzwaartepakket (zzp), zijn de afgelopen jaren gestabiliseerd. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen die wij goed willen volgen.
Deze veranderingen zijn niet heel groot, maar lijken erop te wijzen dat de cliëntgroep die zorg in natura krijgt aan het veranderen is. Zorg in natura wordt meer een plek voor de oudere cliëntgroep met een zwaardere gedragsproblematiek.
Zorgen over meerzorg
Met meerzorg kunnen aanbieders extra zorg bieden aan cliënten voor wie het integrale zorgpakket niet genoeg is. In de afgelopen jaren groeit het beroep op meerzorg, vooral bij cliënten met een zwaardere gedragsproblematiek (vg7). Tegelijkertijd duiden de cijfers erop dat meerzorg een meer structureel karakter krijgt. Dit geeft reden tot zorg over de betaalbaarheid.
Wij zien in elk geval dat de stijging niet (volledig) verklaard kan worden door een toename in cliënten. Partijen noemen verschillende redenen voor de stijging. Er speelt bijvoorbeeld mee dat er in de afgelopen jaren meer aandacht is voor meerzorg. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals persoonsgerichte zorg en knelpunten in de arbeidsmarkt, kunnen ervoor gezorgd hebben dat extra uitgaven via meerzorg zijn vergoed. Uit voorlopige cijfers blijkt een verdere toename in 2019, ondanks dat de tarieven van de (hogere) zorgprofielen verhoogd zijn na ons kostenonderzoek in de langdurige zorg.
Wij verwachten van zorgkantoren en aanbieders dat zij kritisch blijven kijken naar de duur en hoogte van de inzet van meerzorg. Ook vinden wij het belangrijk dat veldpartijen actief aan de slag gaan om de meerwaarde van meerzorg zowel kwalitatief als kwantitatief aan te tonen. Heeft meerzorg bijvoorbeeld invloed op het aantal incidenten in een instelling of daalt het aantal crisisplaatsingen? Dit is op dit moment onvoldoende helder.
Gebruik van pgb neemt toe
De afgelopen jaren zijn persoonsgebonden budgetten (pgb’s) in populariteit erg toegenomen, vooral onder jongeren. Uit gesprekken met partijen blijkt dat jongeren vaak bewust kiezen voor een pgb. We weten uit onderzoek en gesprekken dat het voor cliënten meespeelt dat ze dan zelf een zorgverlener kunnen kiezen en vanwege de behoefte aan de structuur van een vaste verzorger.
Wij zien daarnaast dat jongere verblijfscliënten minder vaak kiezen voor zorg in natura en vaker voor een pgb. Het lijkt erop dat kinderen en jongeren langer (zelfstandig) thuis of in een alternatieve woonvorm wonen. Wij horen dat pgb soms een minder bewuste keuze is. Ouders kunnen namelijk voor hun kinderen niet altijd een passende plek vinden bij een zorgaanbieder. Dat vinden we zorgelijk.
Ook hier is het moeilijk om cijfermatige onderbouwing te vinden. Wij verwachten dat deze groep jongeren met een pgb op termijn instroomt op een verblijfsplek bij een reguliere aanbieder zodra de complexiteit van de zorg toeneemt. Op langere termijn moeten aanbieders en zorgkantoren zich samen voorbereiden om deze cliënten passende plekken te bieden of deze zorg op basis van een pgb te blijven financieren.
Wees voorbereid op verandering
Het is belangrijk dat de gehandicaptenzorg zich (meer) voorbereidt op deze veranderingen, zodat zij ook in de toekomst de juiste zorg op de juiste plek kan leveren. Niet alleen voor de oudere maar ook voor de jongere cliëntgroep. Wij willen dat ondersteunen. Zo denken we graag mee over de financiering van sectoroverstijgende initiatieven, zoals hybride woonvormen voor oudere cliënten met een handicap. Ook vragen we de sector hoe wij keuzevrijheid binnen zorg in natura verder kunnen faciliteren met pakketten zoals volledig pakket thuis (vpt) of modulair pakket thuis (mpt).
Tegelijkertijd moeten wij ook kritisch blijven over de zorg met verblijf (zzp). Ontbreken of missen er zaken die cliënten wel kunnen vinden in een pgb? Ook de betaalbaarheid van de zorg is belangrijk, en we wijzen in het bijzonder op de stijgende kosten van meerzorg. Naast de juiste zorg op juiste plek is het belangrijk om kritisch te volgen of de juiste zorg ook op de juiste wijze wordt ingezet.
Vervolg
Zoals gezegd zien we deze eerste monitor wij als een nulmeting. Wij blijven de ontwikkelingen volgen. Ook zien we een aantal onderwerpen voor vervolgonderzoek. Zo willen we kijken naar de ontwikkeling van de zorgvraag en een verbinding leggen met cliënten in de Wmo en de Jeugdwet zodat we beter op de zorgvraag kunnen anticiperen. Een eerste analyse kan bijvoorbeeld onder de vier grootste gemeenten in Nederland worden gestart.
In dit kader zien wij ook mogelijkheden voor vervolgonderzoek naar de maatwerkplaatsen. VWS heeft € 40 miljoen beschikbaar gesteld om voor deze complexe doelgroep passende plekken te creëren. Wij denken dat er voor deze groep vaker zwaardere zorg is ingezet, zoals meerzorg, crisiszorg of andere vormen van zorg. Het is interessant om deze cliënten te volgen en te kijken naar de geschiedenis in de Jeugdwet of Wmo. Wij kunnen bijvoorbeeld de zorg van deze cliënten aan de voorkant van de keten volgen (patient journey) om extra uitgaven aan zorg in deze of andere domeinen te voorkomen.
Als laatste zien wij op basis van voorlopige cijfers in 2019 een verschuiving van zzp-prestaties met dagbesteding naar prestaties zonder dagbesteding. Zorgaanbieders declareren dagbesteding plotseling via “losse” prestaties en niet als onderdeel van het zorgpakket. We vermoeden dat zorgaanbieders of zorgkantoren hiervoor mogelijk financiële redenen hebben en niet zozeer inhoudelijke. Wij verwachten van de zorgkantoren dat zij hierover in gesprek gaan met de zorgaanbieders. Wij houden hierover de komende tijd vinger aan de pols.