Samenwerken is het sleutelbegrip, gemeenschappelijke visie de randvoorwaarde

Wijkverpleegkundigen werken nauw samen met de eerste lijn. Dit vraagt om een breed netwerk in de regio. Een wijkverpleegkundige, een huisarts en een bestuurder geven hun kijk op de randvoorwaarden voor succesvolle integrale netwerkzorg.

Een opgewekte ‘goedemorgen’ klinkt er door de bioscoopzaal. Op het scherm verschijnt wijkverpleegkundige Corina Hameete. Zij gaat vandaag langs bij mevrouw De Haan. Mevrouw De Haan is ontzettend blij met de hulp van de wijkverpleging: “Dankzij de wijkverpleegkundigen weet ik waar ik moet zijn, want als leek weet ik dat allemaal niet.” Duidelijkheid voor de cliënt en de korte lijnen in het zorgnetwerk zijn voor Hameete onmisbaar. “Hiermee kunnen we de goede behandeling richting de cliënt houden. Als bijvoorbeeld de apotheker iets signaleert en dat aan ons doorgeeft, dan kunnen wij dat vervolgens oppakken. Dankzij regelmatig kort overleg houden we elkaar op de hoogte en dat is een groot voordeel voor ons allemaal.”

Met dit filmpje (onderaan dit artikel) werd de sessie rondom integrale netwerkzorg geopend. Uit het verhaal van mevrouw De Haan en Hameete blijkt dat het cruciaal is om binnen de wijkverpleging goed samen te werken met alle betrokken partners. “Zorg inrichten vanuit de integrale zorgvraag van een patiënt of cliënt, is wat we verstaan onder integrale netwerkzorg”, vertelt Anja van der Aa, directeur van GezondNL en zelf mantelzorger.

Ook Gaby Slappendel, Wim van Hest en Marcel Kerkhoven stemmen mee via hun mobiel.

Dat beaamt ook Sander de Jong, projectleider Wijkverpleging bij de NZa. “Als we de juiste zorg op de juiste plek willen leveren, dan hebben we integrale netwerkzorg nodig. Wijkverpleegkundigen spelen hierin een heel belangrijke rol. Zij hebben de mogelijkheid en de kwaliteit om integraal naar een zorgvraag te kijken en vervolgens verbindingen te leggen tussen alle betrokken partners.” De Jong is zich ervan bewust dat dit netwerk niet vanzelf ontstaat. “Het is nodig om nieuwe contractpartners in de regio op te zoeken en integrale afspraken te maken. Als NZa vinden wij het belangrijk om deze samenwerking te stimuleren.”

“Ik heb de 06-nummers van alle lokale partners in mijn telefoon’’

Korte lijnen

Het is een veelgehoord uitgangspunt op het congres: de wijkverpleegkundige is de spin in het web. Dit onderschrijft ook Gaby Slappendel, wijkverpleegkundige in de gemeente Barneveld en ambassadeur voor de wijkverpleging. “Ik heb de 06-nummers van alle lokale partners in mijn telefoon staan”, vertelt Slappendel. “Hierdoor borgen we de korte lijnen. Maar we komen ook fysiek bij elkaar voor overleg om de zorg zo goed mogelijk met elkaar af te stemmen. Dit nauwe contact draagt bij aan het begrijpen van elkaars visie. Op deze manier proberen we zo optimaal mogelijk gebruik te maken van elkaars kennis en kunde.”

Eén generalistisch zorgteam

Nauwe samenwerking is ook waar huisarts Marcel Kerkhoven zich voor inzet. Hij is bestuurslid van Nederland Zorgt voor Elkaar, een netwerk van burgerinitiatieven. In de gemeente Brummen werkt Kerkhoven samen met meerdere lokale partners aan het opzetten van één generalistisch verpleegkundig zorgteam.

“Door intensieve samenwerking kunnen we geïntegreerde zorg leveren waarbij we niet belemmerd worden door domeinen en onvolledige overdrachten. Door deze gemeenschappelijke aanpak kunnen we optimaal gebruik maken van elkaars expertise”, vertelt Kerkhoven. “Het is mijn droom dat de zorg de patiënt volgt en niet andersom. Blijf daarom met elkaar in gesprek gaan. Praat over elkaars belangen, juist als die mogelijk tegengesteld zijn. Betrek ook de burger bij de ontwikkeling naar één zorgteam. Dat is nodig om gezamenlijk lokale 24-uurszorg mogelijk te maken.”

Betrokken burgers

De betrokken burger is een niet te onderschatten samenwerkings- en contractpartner in de netwerkzorg, vindt ook Wim van Hest. Ook hij is bestuurslid bij Nederland Zorgt voor Elkaar en adviseur bij Coöperatie Koepel Zorgcoöperaties Zuid-Nederland. Bij deze koepelorganisatie zijn burgerinitiatieven aangesloten die, in nauwe samenwerking met organisaties in het lokale sociale domein, zelf wijkverpleging leveren.

Betrokken burger belangrijke partner in netwerkzorg

Van Hest ziet dat burgers elkaar steeds vaker op zoeken in de wijk waardoor mensen langer thuis kunnen blijven wonen. “De verbondenheid tussen buurtbewoners levert een enorme gemeenschapskracht op. Die kunnen we inzetten om aan de stijgende zorgvraag te blijven voldoen. Het biedt de sector de mogelijkheid om de professionele zorg van bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen als aanvulling te leveren op de zorg die vanuit burgerinitiatieven worden geleverd.”

(Logo Congres Wijkverpleging 2019 komt in.)

INSPIRERENDE MUZIEK

(De wijkverpleegkundige loopt binnen door de hal van een flat, belt aan en laat zichzelf binnen. De cliënt zit in de woonkamer met een kop koffie.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: Goedemorgen.

CLIËNT: Goeiemorgen. Wie is het vandaag?

(De wijkverpleegkundige wordt geïnterviewd en haar naam komt in beeld: Corina Hameete, Wijkverpleegkundige.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: Ik vind het heel leuk dat je altijd weer bij verschillende mensen thuis komt. Mensen zijn in een hele kwetsbare situatie. En je bent eigenlijk altijd de gast bij mensen thuis.

(De cliënt en wijkverpleegkundige zijn met elkaar in gesprek.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: Hoe is het ermee?

CLIËNT: Gaat wel, hoor.

(De wijkverpleegkundige wordt geïnterviewd.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: Ik ga eerst altijd kijken wat voor mogelijkheden ze zelf hebben. Van familie of kennissen of buren. En dan gaan we kijken wat ze nodig hebben. Dus wat kan iemand nog zelf en wat hebben ze dan nog nodig om thuis te kunnen blijven?

(De wijkverpleegkundige behandelt de cliënt en is met haar in gesprek.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: Ja, u heeft al zo vaak meegemaakt hoe het gaat, hè?

(De cliënt wordt geïnterviewd en haar naam komt in beeld: Mevrouw De Haan, Cliënte.)

CLIËNT: Ik ben ontzettend blij met de wijkverpleging. Die helpen je met adressen waar je zijn moet. Als leek weet je dat allemaal niet. Ik wist niet eens wat een ergotherapeut was, bij wijze van.

(De wijkverpleegkundige wordt geïnterviewd.)

WIJKVERPLEEGKUNDIGE: De samenwerking is heel belangrijk, zodat je goede behandeling richting de cliënt kan houden. En gewoon korte lijnen met elkaar. Zodat ook duidelijk is naar de cliënt toe waar je mee bezig bent. Het is heel belangrijk dat bijvoorbeeld de apotheker iets signaleert en dat aan ons doorgeeft zodat wij dat op kunnen pakken. En met een casemanager dementie en met de praktijkondersteuners. Gewoon regelmatig overleg. Dat hoeft niet heel lang te zijn. Maar kort overleg, zodat je weer weet waar we allemaal mee bezig zijn. Daar zie ik een heel groot voordeel in. Ja.

(Logo Congres Wijkverpleging 2019 komt in.)