Multidisciplinaire zorginzet in de eerste lijn

Geestelijke gezondheidszorg dichtbij de patiënt en gericht op de klachten in plaats van de diagnose. Praktijkondersteuner Angela van den Dungen vertelt over eerstelijns multidisciplinaire zorginzet.

De patiënt die voor de huisarts zit heeft burn-out-klachten. Waar moet ze hem naar doorverwijzen? Sinds een paar jaar is het mogelijk de hulp van een praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (poh-ggz) in te roepen. Deze praktijkondersteuner is onderdeel van de huisartsenpraktijk. De patiënt krijgt snel de ondersteuning die hij nodig heeft en kan beginnen met werken aan zijn klachten. Eerstelijnszorg voor geestelijke gezondheid dus, dichtbij de patiënt. “De praktijkondersteuners waren er tot enkele jaren geleden nog niet, maar zijn onderhand in bijna elke huisartsenpraktijk aanwezig.” Deze ontwikkeling was de ingang voor meer geestelijke gezondheidszorg in de eerstelijnszorg, vertelt Angela van den Dungen. “Zij zagen daar ruimte voor meer geestelijke gezondheidszorg.”

Angela is zelf praktijkondersteuner bij een huisartsenpraktijk in Eindhoven en is daarnaast coördinator van het zorgprogramma GGZ, bij Zorggroep De Ondernemende Huisarts (DOH). Het zorgprogramma GGZ is een innovatie, een nieuwe manier van werken die sinds enkele jaren in de regio Eindhoven wordt toegepast door DOH, Praktijkondersteuning Zuidoost-Brabant (PoZoB) en SGE (samen bekend onder de naam DSP). Angela: “Het begon met het zorgprogramma Depressie en nu werken we al bijna vier jaar met het zorgprogramma GGZ.”

Angela van den Dungen, praktijkondersteuner bij een huisartsenpraktijk in Eindhoven

Multidisciplinair werken in de eerstelijnszorg

Het zorgprogramma GGZ draait om multidisciplinair werken aan ggz-problematiek in de eerstelijnszorg. Dat gaat zo. “Mensen met ggz-problematiek werden eerder vaak door de huisarts doorverwezen naar bijvoorbeeld een psycholoog. Bij de psycholoog kregen ze vervolgens een diagnose en een behandelprogramma dat bij die diagnose hoort. Of ze kregen geen diagnose, en dan was er ook geen behandeling mogelijk.” Een diagnose bepaalde dus of een patiënt zorg kreeg, en wat voor zorg. “Daarnaast waren, en zijn, er vaak wachttijden in de ggz. De patiënt kreeg dus lang niet direct de zorg die hij wel nodig had.”

“Bij ons kan een patiënt vaak snel terecht.”

Bij het zorgprogramma GGZ doen Angela en collega’s het anders. “In plaats van een patiënt door te verwijzen naar de tweedelijnszorg, pakken we het zoveel mogelijk in de eerstelijnszorg op.” Dit betekent dat de huisarts samen met de patiënt kijkt naar welke ondersteuning uit het zorgprogramma GGZ hem helpt om zijn klachten te verminderen. Is dat ehealth, groepstherapie, een praktijkondersteuner of psycholoog? “In het zorgprogramma GGZ kan een patiënt snel terecht.” 

Daarnaast hebben de eerstelijnsdeskundigen van zorgprogramma GGZ geen diagnose nodig om zorg te mogen leveren. De zorgverzekeraars vergoeden de zorg die geleverd wordt in het zorgprogramma. “We kijken naar de problemen en klachten van de patiënt en vervolgens zetten we de zorg in die volgens ons nodig is. Dat kan met of zonder een diagnose. Het is daardoor veel meer zorg op maat. En ook zorg dichtbij de patiënt.”

De medewerkers van het zorgprogramma GGZ proberen zoveel mogelijk vragen en klachten binnen het zorgprogramma op te lossen. “Alleen als dat niet lukt, dan verwijzen we door naar de specialistische ggz.” Moet de patiënt een tijd wachten totdat hij daar terecht kan, dan zorgen de eerstelijnsdeskundigen ervoor dat hij voldoende begeleiding krijgt in de tussentijd.

Samenwerken

Er werken bij DOH veel professionals samen in het zorgprogramma GGZ. Zo zijn er 18 aangesloten huisartsenpraktijken met 57 huisartsen, in de regio’s Eindhoven en omgeving. “Hier werken ongeveer 25 praktijkondersteuners. Zij hebben door het zorgprogramma toegang tot ehealth modules, mindfulnesstrainingen en groepstherapieën. Daarnaast werken er psychologen, verslavingsconsulten en psychiaters voor het zorgprogramma. De praktijkondersteuners kunnen hen eenvoudig consulteren of naar hen doorverwijzen. Dat werkt fijn, want de verschillende deskundigen binnen het zorgprogramma hebben een kort lijntje met elkaar. Ze kennen elkaar. Samenwerken is daardoor gemakkelijker.”

“De deskundigen binnen het zorgprogramma hebben een kort lijntje.”

Twee keer per jaar wordt er vanuit het zorgprogramma een casuïstiek themabijeenkomst georganiseerd voor alle betrokkenen. De aangesloten huisartsenpraktijken worden daarnaast gestimuleerd om per kwartaal bij elkaar te komen voor onder meer casusbespreking. “Samenwerking wordt dus gestimuleerd.”

De patiënten

De patiënt komt dus bij de huisarts binnen. De huisarts bepaalt vervolgens naar wie ze de patiënt doorverwijst. “Dit kan eerst de praktijkondersteuner zijn, of toch direct de psycholoog.” De meeste patiënten van het zorgprogramma die doorverwezen worden hebben last van depressie- of angstklachten, hebben een burn-out of zijn overspannen. “Stel iemand met burn-out-klachten belandt bij mij. Dan ga ik allereerst kijken hoe zwaar de klachten zijn. Kan hij nog werken, maar zit hij tegen een burn-out aan? Dan kan ik hem bijvoorbeeld helpen door inzet van ehealth modules.” Is de patiënt al gestopt met werken, en is dit de tweede keer dat hij een burn-out heeft? “Hielp mindfulness de vorige keer, dan kunnen we dat bijvoorbeeld weer inzetten. Of als dat juist niet hielp: dan doen we het niet. Het gaat echt om zorg op maat. Per patiënt kijken we wat hij of zijn nodig heeft.”

“We willen dat ze zo snel mogelijk weer alleen door kunnen.”

Twijfelt Angela ergens over, dan kan ze een psycholoog of psychiater consulteren. “Of ik pak bijvoorbeeld een stukje relatietherapie op, en de psycholoog helpt de patiënt met andere problemen. Al met al doen we ons best om mensen te helpen, maar er tegelijkertijd voor te zorgen dat ze zo zelfstandig mogelijk blijven. We streven ernaar mensen zo kort als mogelijk in zorg te houden en de zorg aan hun klachten en behoeften aan te passen. We willen dat ze zo snel mogelijk weer alleen door kunnen.”

In de toekomst

Het zorgprogramma GGZ van Zorggroep De Ondernemende Huisarts loopt nog tot eind van dit jaar op dezelfde manier door. Angela: “Hoe de financiering in 2020 wordt geregeld, daarover zijn we nu in conclaaf. Ik hoop dat we op deze manier door kunnen.” 

Naast financiering voor het zorgprogramma, hoopt Angela ook dat de samenwerking met de specialistische ggz steeds beter wordt. “Er zijn nu nog te veel schotten. We kunnen zoveel en weten zoveel, maar een patiënt moet nu soms eerst nog een metaforische berg op voordat hij hulp krijgt, of wachten tot het pontje er is.” Dit terwijl een patiënt al genoeg heeft aan het probleem dat hij heeft. “Met meer samenwerking en minder wachttijden, kunnen we oneindig veel problemen voorkomen.” In het project ‘Samen Verder’ kijken we regionaal met DOH, Praktijkondersteuning Zuidoost-Brabant en SGE (samen bekend onder DSP), de gemeenten en de SGGZ instellingen hoe we deze problemen gezamenlijk kunnen oplossen.

Status experiment

Het experiment ‘Multidisciplinaire zorgverlening voor personen met psychische klachten’ is een van de lopende experimenten onder onze Beleidsregel kleinschalige experimenten. Je vindt dit lopende experiment en andere lopende innovatie-experimenten op onze website.