Het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel is een ‘basis-specialistisch bedrijf’ dat in verbinding wil zijn met de regio: “We zijn in het bijzonder gericht op huisartsen, maatschappelijke organisaties, gemeenten om daar trajecten mee te doen die de bevolking als geheel helpen. Dat is de basis waarop wij met zorgverzekeraars naar de contractering kijken”, aldus Marc Hendriks Lid van de Raad van Bestuur. Het resultaat: met twee preferente zorgverzekeraars een meerjarencontract waarin de focus ligt op regio- en marktzorg.
Het Ziekenhuis Rivierenland wil krimpen op de regiozorg en ontvangt hiervoor een aanneemsom. “Een belangrijk kenmerk van regiozorg, bijvoorbeeld chronische zorg, is nabijheid en integratie met de regio”, aldus Hendriks. Voor volumebesparingen op de regiozorg en daarmee gepaard gaande kostenbesparingen ontvangt het ziekenhuis een tegemoetkoming van de zorgverzekeraar (shared savings afspraak). Op de marktzorg wil het ziekenhuis groeien en heeft het een volumevrije afspraak met de zorgverzekeraar. Marktzorg gaat over electieve, planbare zorg.
Doorvertalen afspraken voor gelijkgerichtheid
Zowel de Raad van Bestuur als het msb vinden het belangrijk dat deze afspraak wordt doorvertaald naar de financiële afspraken tussen het ziekenhuis en msb en tussen het msb en de vakgroepen. Zo lichten Erik-Jan Hemmer (operationeel manager msb) en Titus Bruggink (KNO-arts en voorzitter msb) toe: “het is in ieders belang dat de afspraken tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars goed worden doorvertaald naar interne afspraken. Op een manier waarop je samen gericht bent op het behalen van afspraken die je met zorgverzekeraars maakt. Daarin heb je als msb hetzelfde belang als het ziekenhuis. Dat vind ik eigenlijk de basis.” “We hebben die gelijkgerichtheid tevens vertaald in afspraken met de vakgroepen. Maar dat is allemaal nieuw sinds dit jaar. Of de prikkels allemaal goed uitwerken zullen we moeten ervaren”, voegt Hemmer daar nog aan toe. “En anders hebben we de mogelijkheid om ze bij te stellen.”
Het msb wordt ook steeds actiever betrokken bij de contractering met de zorgverzekeraars. “Dat was ook onze uitdrukkelijke wens, omdat we graag willen meepraten over hoe de contractering tot stand komt”, benadrukt Bruggink. Het msb heeft bijvoorbeeld mee kunnen denken over de inhoud van het meerjarencontract. Dit betekent niet dat de doorvertaling naar de afspraak tussen ziekenhuis en msb een eenvoudig proces was. Er waren veel gesprekken nodig over het waarom van dit model, met de coöperatie, de staf en de vrijgevestigden. “Het is niet zonder discussie gegaan, maar we zijn best wel gelukkig dat de coöperatie deze afspraak met de zorgverzekeraar uiteindelijk ondersteunt”, aldus Hendriks.
Belonen van beschikbaarheid aan de poort
Gelijk aan het contract met de zorgverzekeraar ontvangt het msb van het ziekenhuis een vast bedrag voor regiozorg en is er een volumevrije afspraak voor marktzorg. Hendriks legt uit dat zodra het ziekenhuis beloond wordt voor minder productie binnen regiozorg, een deel van de beloning bij het msb blijft voor positieve prikkels zoals beschikbaarheid aan de poort. Hendriks: “We willen dat er meer tijd ontstaat voor artsen om meer activiteit aan de poort van het ziekenhuis te kunnen doen die leidt tot meer doelmatigheid in de zorg. Zo geven artsen aan dat aanzienlijk minder patiënten acuut worden opgenomen als zij meer en beter in het voortraject hun bijdrage kunnen geven. In de ‘oude’ systematiek loont dit niet en ontbreekt de tijd.” De kostenbesparing die hiermee samenhangt kan worden ingezet voor artsen; niet om minder te doen maar om andere activiteiten te doen. Meer aan de poort en beter bereikbaar zijn, ook voor huisartsen.
Afspraken intern in het msb
De doorvertaling van de afspraken reikt ook verder tot aan de vakgroepen binnen het MSB. “We hebben een intern verdeelmodel bedacht, waarbij we proberen in lijn te werken met wat het ziekenhuis op het grotere niveau afgesproken heeft met de zorgverzekeraars”, aldus Bruggink. Bij de regiozorg probeer je de productieprikkel eruit te halen, daar hebben we een cap (plafond) opgezet. De cap zit op vakgroepniveau”, leggen Hemmer en Bruggink uit. Voor de marktzorg worden de middelen verdeeld op basis van productie. “We hebben uitgebreid nagedacht over parameters als financiering op kwaliteit toen we met een nieuw verdeelmodel bezig waren, maar het model werd daardoor veel te complex”, benadrukt Bruggink.
Performancefonds en stimuleringsfonds
Bovendien zijn er twee fondsen opgericht: het performancefonds en het stimulerings- & knelpuntenfonds. Een klein deel, iets minder 10%, van het totale inkomen van het msb , wordt hierin apart gezet. Het performancefonds kun je zien als een prestatiebeloning voor het behalen van doelstellingen op de marktzorg en regiozorg. Hemmer: “Het performancefonds is om doelstellingen binnen regiozorg en marktzorg te stimuleren. Je kunt je inleg in het fonds als vakgroep terugverdienen – en méér - als je doelstellingen haalt; voor marktzorg mogen we groeien en krijgen we van de zorgverzekeraars betaald voor de productie die we doen. Aan de andere kant (regiozorg) is de prestatieprikkel juist om de zorg te remmen. Haal je hier je doelstelling onvoldoende, dan kun je je inleg niet terugverdienen.”
Het stimulerings- & knelpuntenfonds kan voor diverse zaken worden aangewend Bijvoorbeeld voor innovaties of onvoorziene en ongewenste effecten.
Neem je mensen mee
Neem je mensen mee, als je echt wilt veranderen. Dat noemt Hemmer als belangrijke tip aan andere ziekenhuizen die met deze transitie aan de gang gaan. “Je moet wel uitleggen wat je aan het doen bent“, voegt Bruggink daar nog aan toe. Zo heeft het msb zelf eerst een nieuw verdeelmodel bedacht en voorgelegd, maar dat haalde het niet in de Algemene Ledenvergadering van het msb. Nadat men uitgebreid in gesprek ging met de vakgroepen en er een werkgroep werd opgericht om te komen tot een nieuw model, kwam er een voor allen acceptabel verdeelmodel tot stand.