Gepubliceerd op 13 oktober 2022

De toegankelijk van de zorg begint in steeds meer sectoren te knellen. Naast de druk in de eerste lijn bij de huisartsen en de wijkverpleging, de uitgestelde zorg in de ziekenhuizen en in de ggz, stijgt de hoeveelheid signalen die we binnenkrijgen vanuit andere sectoren, nemen de zorgwekkende gesprekken die we voeren tijdens onze werkbezoeken toe en zien we herhaaldelijke oproepen van zorgaanbieders in de media die de noodklok luiden. 

Functioneren als uitgangspunt

Deze toenemende druk op de toegankelijkheid van zorg heeft een aantal redenen: de toenemende zorgvraag (onder andere door vergrijzing), de personele krapte in combinatie met een hoog ziekteverzuim en de inhaalzorg veroorzaakt door Covid. Ons antwoord hierop is passende zorg. Passende zorg is zorg die samen met de patiënt tot stand komt, is de juiste zorg op de juiste plek en gaat niet over ziekte, maar over gezondheid en preventie. Door de gezondheid en het functioneren van het individu als uitgangspunt te nemen, ontstaat gepast gebruik van zorg en wordt ‘verspilling’ door onnodige, overlappende, of niet-effectieve zorg voorkomen. Voordat we daar op ingaan beschrijven we eerst meer in detail de casuïstiek die we tegenkomen in Nederland. 

“Verschillende sectoren kampen met hetzelfde knelpunt: tijdige toegang tot zorg is in het geding.”

Wat zien we gebeuren – casuïstiek 

We kunnen er niet meer omheen dat er op steeds meer plekken in de zorg schaarste ontstaat en dat tijdige toegang tot passende zorg geen vanzelfsprekendheid meer is. Hieronder beschrijven we een aantal casussen waar dit duidelijk in naar voren komt. Actuele casuïstiek uit verschillende sectoren die kampen met hetzelfde knelpunt: tijdige toegang tot zorg voor de individuele patiënt is in het geding. Het ontbreekt landelijk nog aan goede data om per regio inzichtelijk te maken hoe het aanbod van zorg en de zorgvraag zich precies tot elkaar verhouden. Zoals hiervoor al genoemd is het zaak om dat inzicht snel te ontwikkelen met elkaar. De NZa zet zich in om de data die zij beschikbaar heeft om dit inzicht te vergroten, toegankelijk te maken voor de verschillende regio’s. Maar ook nu die data nog ontbreekt, zien we het toenemende aantal meldingen en de groeiende casuïstiek als een duidelijke indicatie dat de schaarste van zorg aan het toenemen is. 

Huisartsenzorg in o.a. de Kop van Noord-Holland 

We ontvangen regelmatig meldingen over verzekerden die geen huisarts kunnen vinden om zich in te schrijven. In de regio’s waar we op bezoek gaan en met huisartsen spreken, wordt dit beeld bevestigd. In regio’s als Friesland en de Kop van Noord-Holland zien we deze problematiek sterk toenemen. Daarnaast krijgen we meldingen over praktijken die vervanging en/of waarneming in toenemende mate niet meer rond kunnen krijgen. Wanneer dat gebeurt zien we dat de druk op de huisartsenpost en/of spoedeisende hulp in het ziekenhuis toeneemt. Deze voorzieningen hebben vervolgens zelf ook regelmatig moeite om voldoende personeel te vinden voor de diensten. In sommige gevallen geven regio’s aan dat zij geen andere mogelijkheid zien dan afschaling van zorg. 

Medisch generalistische zorg bij Wlz zonder behandeling

De NZa ontvangt een toenemend aantal signalen en meldingen uit het veld over problemen in het organiseren en borgen van medisch generalistische zorg (MGZ) aan Wlz-cliënten in kleinschalige woonvormen zonder behandeling. Een concreet voorbeeld hiervan is een situatie waarbij 29 cliënten zijn overgeplaatst naar aan andere locatie vanwege de sluiting van een locatie. Bij deze andere locatie bleek er vervolgens geen huisarts te zijn die ruimte had om deze cliënten te helpen. Zowel het zorgkantoor als de huisartsen en de Wlz-instelling zagen geen mogelijkheid meer om de nodige zorg voor deze cliënten te organiseren. Daarmee is de toegankelijkheid van zorg voor deze groep mensen op korte termijn niet geborgd. 

“Vervangende zorg is niet per definitie het meest effectief voor de patiënt.”

Klinische specialistische ggz in Amsterdam

Naar aanleiding van een aantal berichten in de media hebben we onderzoek gedaan naar sluitingen of afbouw van klinische specialistische ggz in Amsterdam. Eén van de sluitingen was het directe gevolg van meerdere regiebehandelaren die plotseling gelijktijdig hun arbeidsovereenkomst opzegden. De patiënten moesten naar aanleiding daarvan snel worden herplaatst naar andere locaties. Er is daarmee vervangende zorg geregeld, maar niet per definitie de meest wenselijke en/of meest effectieve voor de patiënt. Dit laat zien hoe kwetsbaar het evenwicht is en hoe snel een situatie van plotselinge schaarste kan ontstaan.   

Kraamzorg in Den Bosch, Eindhoven, Groningen en Amsterdam

In toenemende mate ontvangen we signalen van zorgverzekeraars in deze regio’s. Deze zorgverzekeraars krijgen berichten van zorgaanbieders dat deze zorg niet altijd meer tijdig en volledig geleverd kan worden. Hier worden soms creatieve alternatieven voor gevonden, zoals het opzetten van een kraamhotel in Eindhoven. Dat is echter geen zorg zoals gewenst in de thuissituatie. De richtlijnen van het Landelijk Indicatieprotocol (LIP) komen in alle vier de regio’s in het geding. Vanuit hun zorgplicht zetten de zorgverzekeraars nu in op de wettelijke minimale 24-uur kraamzorg. In de regio Groningen worden beschikbare uren verdeeld over de cliënten en opstartzorg in de nacht kan niet altijd meer worden geleverd. Dit heeft tot gevolg dat een kraamvrouw langer in het ziekenhuis moet blijven dan noodzakelijk is.

Wijkverpleging moet steeds vaker cliënten weigeren

De NZa krijgt in toenemende mate ook signalen van aanbieders van wijkverpleging. Waar eerst de beschikbare uren zorg nog konden worden gespreid over de verschillende cliënten, komt het nu steeds vaker voor dat cliënten langer moeten wachten, niet vanuit het ziekenhuis naar huis kunnen of een groter en onverantwoord beroep moeten doen op mantelzorg. Naast de toenemende en meer complexe zorgvraag, is een andere oorzaak hiervan het nog steeds hoge ziekteverzuim in de zorg. Ook in de wijkverpleging zien we niet de nodige capaciteit om de verpleging en verzorging die volgt uit de inhaalzorg op te vangen bij de cliënten thuis.

“We verwachten van zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers dat zij anticiperen op ontwikkelingen in zorgvraag en -aanbod.”

Structureel inzetten op samenwerking en toegankelijkheid

De noodzaak om het anders te doen dringt steeds meer door tot het zorgveld. Niet voor niets zijn  akkoorden gesloten om echt werk te maken van passende zorg: méér samenwerking, digitalisering, innovatie, preventie, focus op werkplezier en behoud van zorgprofessionals. Maar ook: alléén die zorg leveren die aantoonbaar bijdraagt aan het functioneren van mensen en hun welbevinden. De gemaakte afspraken zijn niet vrijblijvend. Zonder échte verandering is de zorg in Nederland niet toekomstbestendig. We verwachten van zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers dat zij anticiperen op ontwikkelingen in zorgvraag en zorgaanbod. Dit vraagt een proactieve houding, analyse én actie. Het vormgeven van de zorgplicht vraagt steeds meer inzet op preventie van zorg, digitalisering, samenwerking, innovatie en verschuiving van zorg zo dicht mogelijk bij de mensen thuis. Wij zien er als toezichthouder op toe dat alle relevante partijen hierin hun verantwoordelijkheid nemen en blijven nemen. Steeds met het doel om de beschikbare zorgcapaciteit in Nederland zo goed mogelijk in te zetten, zodat Nederlanders kunnen blijven vertrouwen op passende zorg: goede en betaalbare zorg die op tijd wordt geleverd.

Maatwerk in de regio bij plotselinge schaarste

Structureel werk maken van het beter in balans brengen van zorgvraag en zorgaanbod verhindert niet dat zich in het hier en nu plotselinge situaties van krapte kunnen voordoen. Bijvoorbeeld als ineens sprake is van een bovengemiddeld hoog ziekteverzuim onder zorgprofessionals of een plotseling toename van de zorgvraag. Ook dan moet iedereen in Nederland erop kunnen vertrouwen dat er een aanvaardbaar niveau aan zorg beschikbaar blijft. En dat niet geldt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Immers: gelijkwaardigheid en solidariteit zijn het fundament onder ons zorgstelsel. Om ook in plotselinge situaties van krapte de zorg toegankelijk te houden, zal het nodig zijn om keuzes te maken in hoe de zorg wordt geleverd en/of welke zorg wel en welke zorg even niet geleverd kan worden. Het niet altijd kunnen leveren van de zorg die je als zorgprofessional vanuit opleiding, ervaring en kwaliteitskader wel vindt te moeten leveren, is uitermate stressvol. Veel stress leidt tot een verhoogde kans op verzuim of het verlaten van de zorg. Terwijl we juist nu alle zorgprofessionals gemotiveerd moeten houden om in de zorg te blijven werken.

Consequenties arbeidsmarktkrapte

De NZa vraagt aan de bewindspersonen van VWS om met ons te onderschrijven dat de arbeidsmarktkrapte nu al consequenties heeft voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg. Vervolgens is het belangrijk om helder te communiceren over de keuzes waar het zorgveld voor staat. Zowel naar de samenleving in het algemeen als naar zorgprofessionals in het bijzonder. Het is belangrijk dat er beleid komt dat zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers helpt bij het maken van moeilijke keuzes over welke zorg ze nog kunnen leveren. Vervolgens is het belangrijk om helder te communiceren over de keuzes waar het zorgveld voor staat. Zowel naar de samenleving in het algemeen als naar zorgprofessionals in het bijzonder. 

Op dit moment zien we dat zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers in deze uitzonderlijke situaties steeds opnieuw het wiel uitvinden. Dit kost keer op keer tijd en energie, en leidt mogelijk niet altijd tot de beste uitkomst voor de patiënt of cliënt. En dat is onwenselijk. Om die reden roepen wij VWS als stelselverantwoordelijke op om op korte termijn samen met het zorgveld per zorgsector, en waar nodig sectoroverstijgend, beleid te ontwikkelen voor het toegankelijk houden van de zorg in plotselinge situaties van krapte.

"Wij roepen VWS op om werk te maken van beleid dat helpt bij het maken van keuzes in situaties van acute schaarste."

Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden

Dit beleid zou naar ons idee moeten bestaan uit een plan van aanpak en een richtlijn voor het maken van keuzes in kwaliteit en prioriteit van zorg, op basis waarvan een acceptabel niveau van zorg beschikbaar blijft voor mensen die zorg nodig hebben en de zorgprofessional en zorginkoper aan hun zorgplicht kunnen blijven voldoen. Het beleid moet verantwoorde zorginhoudelijke keuzes ondersteunen en voorzien in duidelijke rollen en verantwoordelijkheden voor zorgprofessionals, zorgaanbieders, zorginkopers en toezichthouders (governance). Zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers kunnen hier alleen een beroep op doen als zij kunnen aantonen dat zij alle mogelijkheden om de zorg op gebruikelijke wijze doorgang te laten vinden zijn verkend. Daarnaast is aandacht nodig voor goede communicatie richting burger en patiënt/cliënt, zodat iedereen weet wat hij of zij mag verwachten. Naast tijdelijke keuzes in afschalen van kwaliteit of hoeveelheid zorg moeten zorgaanbieders, zorgprofessionals en zorginkopers vanzelfsprekend blijven werken aan structurele oplossingen voor passende zorg; dit beleid doet daaraan niet af. Vanuit onze rol als toezichthouder spreken we zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan op hun taak om dit in samenwerking op te pakken. Voor de komende jaren moet er hard gewerkt worden aan een structurele oplossing. Daarom roepen we VWS op om werk te maken van ondersteunend beleid bij acute situaties van schaarste. Hier zullen we dan vervolgens ook in ons toezicht volle aandacht aan besteden. 

Lees verder

1 De zorg heeft een kritisch punt bereikt
2 Vizier op het algemeen belang
    2.1 Toegankelijkheid
    2.2 Passende bekostiging en contractering
    2.3 Samenwerken aan passende zorg
3 Trends in sectoren