Gepubliceerd op 27 juli 2022
Facultatieve prestatie en sectoroverstijgende betaaltitel
Het zorgstelsel is complex en rigide, maar het biedt ook kansen voor experiment en vernieuwing. Dat is nodig om de sector toekomstbestendig te maken. Met de facultatieve prestatie en de sectoroverstijgende betaaltitel wil NZa meer ruimte creëren voor inspirerende pioniers in doelmatige zorg.
Achter het werk van huisartsen, specialisten en alle andere zorgverleners gaat een complexe wereld schuil: die van regels en afspraken over de bekostiging. Zo is er een lange lijst met afgebakende ‘prestaties’ of ‘diagnose-behandelcombinaties’ (dbc’s). Denk aan een consult, een MRI-scan of een operatie. Artsen kunnen geleverde zorg declareren volgens deze prestaties, die vaak voorzien zijn van vaste tarieven.
“We willen als NZa graag flexibiliteit aan het systeem toevoegen”, vertelt Dorien Mol, projectleider en senior beleidsadviseur bij NZa. “De vaste stramienen van de dbc’s kunnen de innovatie in de weg staan die in de zorg juist zo hard nodig is. Voorbeeld: de mogelijkheden om een digitaal consult in rekening te brengen waren voorheen beperkt. Op zo’n moment staat de bekostiging vooruitgang, zoals het ontwikkelen van hybride zorgpaden, in de weg.”
Zelf prestaties vormgeven
Om dit te voorkomen, wil de NZa juist ruimte bieden aan pionierende zorgaanbieders en verzekeraars. “In 2021 hebben we de facultatieve prestatie ingevoerd in de medisch-specialistische zorg. Hiermee kunnen ziekenhuizen en zorgverzekeraars samen een prestatie en een passend tarief overeen komen, en daarmee de zorg in hun regio anders organiseren.”
Vorig jaar zijn er 6 van zulke nieuwe prestaties aangevraagd en goedgekeurd. “Die maken de bekostiging mogelijk van telemonitoring bij veelvoorkomende aandoeningen. Hierdoor hoeven patiënten minder vaak naar het ziekenhuis, omdat bepaalde controles op afstand plaatsvinden. De facultatieve prestatie maakt het zo makkelijker om samen te werken aan transformaties in de zorg.”
Sectoren overstijgen
Drempels wegnemen om passende zorg te leveren. Dat is ook het idee achter de ‘sectoroverstijgende betaaltitel’ waarvoor de NZa zich inzet. “Een betaaltitel is eigenlijk hetzelfde als een prestatie: een omschrijving van een behandeling. We willen een betaaltitel creëren waarin allerlei partijen in de (langdurige) zorg afspraken kunnen maken voor gezamenlijke zorgprestaties en maatwerk in de regio.”
Neem bijvoorbeeld de complexe zorg aan hand of pols. “In zo’n zorgpad – van huisarts tot fysio en specialist – kom je al snel 4 verschillende bekostigingssystemen tegen. Dat ontmoedigt samenwerking en kan leiden tot behandelkeuzes die voortkomen uit een financiële overweging en voor het functioneren van de patiënt juist niet optimaal zijn. Als we hindernissen in de bekostiging wegnemen, kan er een soepele samenwerking ontstaan tussen de eerste- en tweedelijn. En krijgt de patiënt de best passende zorg.”
Een ander voorbeeld is de 1,5-lijns palliatieve zorgcoach. “Die kan zorgen voor een betere kwaliteit en continuïteit van zorg in de palliatieve fase. Experimenten laten zien dat de inzet van deze gespecialiseerd verpleegkundige het opschalen naar zwaardere zorg voorkomt. Ook helpt zo’n coach patiënten om meer regie te houden tijdens de palliatieve fase. De sectoroverstijgende betaaltitel kan het opschalen van dit soort initiatieven versnellen en versterken.”
Broodnodige ruimte bieden
Samen met stelselpartijen wil de NZa een sectoroverstijgende betaaltitel creëren die van waarde is voor zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In mei 2022 was er een eerste werkconferentie om samen na te denken over de mogelijkheden en gevolgen van zo’n betaaltitel. “De reacties zijn heel positief. We merken dat er in het zorgdomein echt behoefte is aan meer flexibiliteit in de bekostiging.”
Dat is niet vreemd, want de druk op de zorg is heel groot. De bekostiging is een instrument om de zorg voor alle inwoners van Nederland toegankelijk en betaalbaar te houden, benadrukt Dorien Mol. “Maar natuurlijk is er geen one-size-fits-all oplossing. De bekostiging is een complex stelsel met allerlei stramienen en kaders. Juist daarom is het belangrijk om ruimte te creëren voor experiment, innovatie en samenwerking. Voor kleinschalige initiatieven die het ánders aanpakken. Ik denk dat we daarvan veel kunnen leren om in de toekomst passende zorg te bieden.”