Een goed en professioneel bestuur bij zorgaanbieders, daar houden zowel de interne als de externe toezichthouder toezicht op. Dat gebeurt vaak gescheiden van elkaar. In het kader van het project Goed Bestuur wil de Nederlandse Zorgautoriteit – als externe toezichthouder – de samenwerking met interne toezichthouders van zorgaanbieders intensiveren waar nodig en versterken waar mogelijk. Zo kan men gezamenlijk verder werken aan het gedeelde doel.

Er zijn verschillende vormen van toezicht. Intern toezicht wordt vaak verzorgd door een Raad van Toezicht (RvT) of Raad van Commissarissen (RvC). Deze Raad adviseert en controleert het bestuur van een (zorg)instelling. Dan is er nog het extern toezicht: uitgevoerd door een publieke inspectie of marktautoriteit. Voor de zorg ligt dit bij diverse partijen, waaronder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Waar de IGJ toeziet op de veiligheid en kwaliteit van geleverde zorg, houdt de NZa toezicht op de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. “In de afgelopen decennia hebben incidenten in de semi-publieke sector geleid tot onrust in de maatschappij. Een aantal grote organisaties nam buitensporig grote risico’s en enkele bestuurders hadden zich onoorbaar verrijkt, waardoor de organisaties in financiële problemen kwamen en hun diensten moeilijk of niet meer konden leveren. In reactie op deze incidenten richtte de overheid een Commissie op die onderzocht hoe we publieke belangen beter kunnen borgen. Die constateerde onder meer, dat we toekomstige incidenten kunnen voorkomen als het externe en interne toezicht op de bestuurders wordt versterkt”, vertelt NZa-juriste Leonie Schakel. Onlangs promoveerde zij op de wijze waarop interne en externe toezichthouders elkaar kunnen versterken. 

Van goede onderlinge relatie naar constructieve dialoog

De NZa en IGJ streven naar een dialoog met zorgbestuurders en interne toezichthouders. Dit moet resulteren in onderling vertrouwen en informatie-uitwisseling. Ook in het kader van de noodzakelijke transformaties in de zorg hebben de interne en externe toezichthouders elkaar nodig. Gezamenlijk kunnen zij namelijk de maatschappelijke doelstellingen van kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg blijven realiseren. Een samenwerking tussen beide partijen is daarom belangrijk, maar moeilijk om mee aan te vangen. Dat komt door een verschil in visie over deze samenwerking. Schakel: “De externe toezichthouder blijkt gewend te zijn om een dreigende situatie vanuit een ‘autoritaire rol’ te bekijken en treedt daarom ook als zodoende op richting de medestander die zij zoeken in de interne toezichthouder. Ook de interne toezichthouder zoekt een medestander om problemen of dreigende situaties te ondervangen, maar komt vaak nog in een verdedigende rol terecht. Uit eerder onderzoek bleek ook dat externe toezichthouders bij gesprekken vaak straffend overkomen, ook als zij zich coöperatief willen opstellen.” Om de onderlinge relatie te verbeteren, en zo tot constructieve gesprekken en samenwerkingen te komen, is een gezamenlijke opvatting nodig. Deze opvatting gaat over zowel de publieke belangen die in het geding kunnen zijn als de vertaling naar ‘goed bestuur’ en de manier waarop intern en extern toezicht ‘goed bestuur’ beïnvloeden. 

Onderzoek naar behoeften voor samenwerking tussen toezichthouders

Marktonderzoek bedrijf Motivaction voerde in 2022 in opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoek uit onder interne toezichthouders van zorgondernemingen. Hier deden 372 respondenten aan mee, 253 van grote zorgaanbieders (omzet van € 1 miljoen per jaar of meer) en 119 van kleine zorgaanbieders (omzet lager dan € 1 miljoen per jaar). 

Een van de uitkomsten van het onderzoek is dat de meeste interne toezichthouders (88%) tevreden zijn over hoe onderwerpen zijn geborgd in hun organisatie. Toch zien zij ook kansen op de volgende onderwerpen: 

Diagram kansen samenwerking tussen toezichthouders: Contact met zorgverzekeraars: 22%, relaties met samenwerkingspartners: 16%, diversiteit en vakmanschap: 13%, zicht op mogelijke relevante risico's: 11%, gedrag en cultuur: 11%, belangenverstrengeling: 9%, Transparante besluitvorming: 9%, eigen onafhankelijkheid: 9%, realiseren van het maatschappelijk belang: 6%

Webinar NZa

Om bovenstaande en andere uitkomsten van dit onderzoek verder te bespreken, organiseert de NZa op dinsdag 14 februari 2023 een webinar voor interne toezichthouders. In dit webinar geeft Leonie Schakel een toelichting op haar proefschrift en gaan we graag met u in gesprek over kansen voor samenwerking.

Schrijf u in via dit aanmeldformulier.

Definiëren van relatie en doelen

Een van de aanbevelingen van Schakel in haar proefschrift is het eerder bouwen aan de onderlinge relatie tussen interne en externe toezichthouders. “Bespreek of, en hoe, je elkaar kunt versterken, het vertrouwen dat je in elkaar kunt hebben bij samenwerking en wees transparant in je bedoelingen. Het helpt daarbij om de basis voor een relatie te leggen in een rustige tijd door gezamenlijk rollen, verantwoordelijkheden en doelen te bespreken, vóórdat contact nodig is om problemen op te lossen en de druk op de samenwerking meteen groot is.” Het webinar op 14 februari 2023 is een eerste stap in die richting. Hier gaan de NZa en interne toezichthouders in gesprek om samen het toezicht in de zorg te versterken. Dat gebeurt het beste door kennis bijeen te brengen en met elkaar te delen. Samen staan we immers sterker dan alleen.