Gepubliceerd op 28 maart 2023

Samenwerken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Nu zorgaanbieders steeds meer in netwerken samen optrekken is dat niks nieuws. Ook toezichthouders volgen. De Nederlandse Zorgautoriteit wil de samenwerking met interne toezichthouders intensiveren. Om van elkaar te leren en samen verder te bouwen aan goed bestuur dat leidt tot passende zorg.

Tiny Winter

Om de samenwerking met interne toezichthouders in kaart te brengen, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een onderzoek laten uitvoeren door Motivaction. Hieraan werkten ruim 300 toezichthouders mee. Zij zien kansen voor samenwerking en willen de NZa beter leren kennen. Vooral onderwerpen als meer inzicht in de regelgeving en informatie over toezichthouden in het algemeen scoren hoog bij interne toezichthouders. Om het gesprek te openen organiseerde de NZa een webinar op 14 februari 2023, waar bijna 120 interne toezichthouders aan deelnamen. NZa-toezichthouder Tiny Winter is mede-initiatiefneemster van zowel het onderzoek als het webinar: "Thema’s die voor de NZa als externe toezichthouder belangrijk zijn zien we ook terugkomen bij de interne toezichthouders. Dus we delen dezelfde interesses. Dat is een goede basis voor samenwerking."

Toezicht houden op de zorg: wie doen dat nu eigenlijk?

Verschillende toezichthouders zorgen ervoor dat de Nederlandse zorg betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit is. Dat gebeurt op diverse manieren. Zo moeten de meeste zorgorganisaties een interne toezichthouder hebben. Zij zijn verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van de raad van bestuur en de algemene gang van zaken in de zorgorganisatie. Daarnaast zijn er nog externe toezichthouders. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van zorg. Dat doet zij door na te gaan of zorgaanbieders aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen, zoals de samenstelling van medicatie of de juistheid van handelingen door een zorgmedewerker. De NZa is onder meer verantwoordelijk voor toezicht op de financiële stromen van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren. 

Samen toezicht ontwikkelen

"Wat vooral opviel, is dat toezicht op samenwerkingsverbanden nog onontgonnen terrein is op dit moment", vertelt Winter. En dat terwijl samenwerkingsverbanden en netwerken een belangrijke pijler uit het integraal zorgakkoord zijn. "Dan kom je in een dilemma terecht. Je wilt niet toezicht op toezicht stapelen, maar helemaal geen toezicht is ook geen optie. We willen daarom samen een manier van toezicht ontwikkelen die voor alle partijen effectief maar tegelijkertijd ook praktisch uitvoerbaar is." Petri Ykema was als lid van de Raad van Commissarissen bij Huisartsen Coörperatie Deventer en Omstreken en vicevoorzitter bij de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) ook aanwezig bij het webinar. Belangrijk, vindt ze. "We zitten nu in een complexe tijd met verschuivingen in de zorg naar meer netwerkorganisaties. Verschillende partijen werken al samen, maar het antwoord op de vraag hoe en of dat mag, hebben we nog niet. Het is onmogelijk om in deze fase niet samen te werken met de externe toezichthouder. Daarom moeten we juist nu het gesprek aangaan."

Petri Ykema

Preventief informatie delen

Waar moet dat gesprek dan precies over gaan? Wie kijkt naar de uitkomsten van het onderzoek door Motivaction, ziet dat er veel behoefte is aan informatiedeling. Dat gaat van algemene informatie over toezichthouden en regelgeving, tot advies geven om tot verbeteringen te komen. Daarvoor hoeven dingen op dit moment overigens niet mis te gaan. Liever niet zelfs. "Ik zeg altijd: je moet het dak repareren als de zon schijnt. Dat komt erop neer dat je verbeteringen juist uitvoert op het moment dat het rustig is, en in ons geval wanneer toezichthouders niet hoeven ingrijpen omdat er geen grote incidenten spelen", deelt Winter. "Een belangrijk speerpunt van de NZa is en blijft dat we preventief willen werken. Natuurlijk zullen we altijd moeten optreden als het ergens fout is gegaan, maar veel liever willen we helpen om problemen te voorkomen." Om die reden draagt de NZa al bij aan leergangen van de NVTZ. 

"Ik zeg altijd: je moet het dak repareren als de zon schijnt. Verbeteringen voer je juist uit op momenten dat het rustig is"

Leren uit dagelijkse praktijk

Dat betekent niet dat er voor de NZa niks te leren valt. ‘Juist wel’, vindt Winter. "Samenwerking met intern toezicht vraagt van ons een andere houding. Dat is een uitdaging die tijd en aandacht vergt, maar we vinden het wel belangrijk. Omdat wij op een grotere afstand staan van de praktijk, is meer informatie over de dagelijkse gang van zaken belangrijk." Die informatiedeling begint met vertrouwen, zo ziet ook Ykema. "In het verleden zag je dat er vooral contact was met de externe toezichthouder als er iets aan de hand was. Maar een relatie bouw je niet op tijdens incidenten. Het is fijn als je met elkaar in gesprek kan blijven zodat je elkaar ook in rustige tijden ziet en proactief kunt meedenken."

In gesprek blijven

Dat contact moet nu behouden blijven, is de belangrijkste conclusie uit het webinar. Nog voor de zomer is het de bedoeling om verder te praten over de samenwerking tussen intern en extern toezicht. "We willen zeker in gesprek blijven over de onderwerpen die leven onder interne toezichthouders en onderwerpen die actueel zijn, zoals het integraal zorgakkoord", geeft Winter aan. Ykema kijkt uit naar die gesprekken. "Het is een bijzondere tijd. Iedereen is nu zoekend naar een passende vorm van samenwerking en we komen samen vast een stapje verder."

Aansluiten bij gesprekken over samenwerking tussen intern en extern toezicht

Geïnteresseerde interne toezichthouders worden van harte uitgenodigd om verder te praten over de samenwerking met externe toezichthouders. Interesse hierin kan kenbaar gemaakt worden per mail. Geef daarbij aan vanuit welke functie, sector en zorgaanbieder u aan wilt sluiten bij vervolggesprekken. Uw mail kunt u richten aan Tiny Winter via t.winter@nza.nl

Lees ook

‘Hoe interne en externe toezichthouders elkaar kunnen versterken’