Gepubliceerd op 9 februari 2022

De stap zetten naar integrale geboortezorg en naar integrale financiering heeft Annature Geboortezorg in Breda en omstreken veel gebracht. En daarmee de zwangere vrouw en het kind ook, want de integrale financiering heeft de ruimte gegeven om te focussen op voortdurende verbetering van de kwaliteit van zorg.

Annature geboortezorg is een van de koplopers in Nederland op het gebied van integrale geboortezorg. Het is opgericht in 2016 met als belangrijkste doel de kwaliteit van zorg voor de aanstaande ouders en het kind te verbeteren. Het is een samenwerkingsverband tussen verloskundigen, kraamzorgorganisaties, gynaecologen van ziekenhuis Amphia in Breda en echocentrum Focus.

Linda Nijenhuis, directeur bedrijfsvoering

“Het heeft wel een aanlooptijd gehad voor ons”, zegt directeur bedrijfsvoering Linda Nijenhuis. “Het begon ermee dat de gynaecologen, verloskundigen en kraamzorg elkaar vonden in een verloskundig samenwerkingsverband. Na verloop van tijd kwamen zij erachter dat deze vorm van samenwerking een plafond heeft omdat die toch vrijblijvend is. Om een volgende stap te zetten, hebben gynaecologen en verloskundigen als eerste een echocentrum opgezet om ervaring op te doen met het samen runnen van een bedrijf. Enkele jaren later startte het experiment integrale bekostiging geboortezorg. Echte netwerkzorg dus, weer een stap verder. De gynaecologen en verloskundigen waren ervan overtuigd dat gescheiden domeinen in de financiering tot beperkingen in de samenwerking zou leiden, en dat integrale financiering de sleutel was tot kwaliteitsverbetering.”

Gedeelde portemonnee

Dus volgde de stap om te komen tot integrale geboortezorg, met – zoals Nijenhuis het noemt – “samen de portemonnee delen”. Een spannende stap, zegt ze nu, die tot een intensief traject leidde. “We hebben daar goede vakmensen voor de begeleiding bijgehaald”, vertelt ze, “dat heeft heel goed gewerkt om tot gedeeld vertrouwen en een integrale organisatie te komen. En het heeft succes gehad, want alle dertien verloskundige praktijken in Breda zijn in één keer ingestapt. Dat vertrouwen was er.”

De verloskundigen geven aan nu veel meer gelijkwaardigheid in de samenwerking te ervaren dan voorheen.

Waarom hoort bij die integrale zorg ook integrale bekostiging? “Je kunt ook zonder dat al heel veel doen”, vervolgt Nijenhuis, “maar drie dingen zijn hierin heel belangrijk. Ten eerste zorgt integrale bekostiging ervoor dat je op een heel professionele manier je organisatie inricht, waarbij je onder meer de gelijkwaardigheid tussen de gynaecologen en de verloskundigen borgt. De praktijk bewijst dit ook: de verloskundigen geven aan nu veel meer gelijkwaardigheid in de samenwerking te ervaren dan voorheen. Het tweede punt is dat integrale bekostiging ertoe leidt dat je een ingewikkeld dossier niet meer zomaar terzijde legt. Je zit samen in één organisatie en hebt daarin een gedeelde verantwoordelijkheid om zaken op te pakken en samen voor alle zwangeren in de regio te zorgen. Het derde punt is dat we werken met de visie van de juiste zorg op de juiste plek, we willen de zorg verbeteren. In theorie kun je dat ook zonder integrale bekostiging, maar dan is of het ziekenhuis meteen een groot bedrag aan geld kwijt vanwege zorg die niet meer binnen de ziekenhuismuren wordt geleverd, terwijl het wel de verplichting blijft houden om de zorg te leveren als dit toch nodig is of er ontstaan dubbele kosten in geval van gedeelde zorg.”

Een ander punt, vult Nijenhuis aan, is dat integrale financiering het contact met de zorgverzekeraars vereenvoudigt. “Je hebt één tarief en op basis daarvan kun je aan de slag met de verdeling achter de voordeur”, vertelt ze. “Het geeft je ook de ruimte om te corrigeren op basis van wat je in de praktijk leert, zonder daarbij weer langs de zorgverzekeraars te hoeven gaan om de financiële gevolgen daarvan te bespreken en af te stemmen. En als zorgvernieuwing of -verschuiving of het efficiënter maken van de zorg betekenen dat je geld overhoudt, kun je dat investeren in verdere kwaliteitsverbetering.”

Onderzoek voor kwaliteitsverbetering

In Annature wordt gewerkt met een integraal geboortezorgdossier. Dat is een stevige basis voor goede zorg en geeft ruimte voor onderzoek als basis voor kwaliteitsverbetering. Bovendien gaat de organisatie er een app aan koppelen die het mogelijk maakt de zwangere informatie op maat te geven. “Die kan dan veel beter zelf regie voeren over haar zwangerschap”, zegt Nijenhuis. “Ook is er financiering van ZonMw voor onderzoek naar waardegedreven zorg en juiste zorg op de juiste plek. De conclusies die daaruit komen, kunnen we ook weer gebruiken om de kwaliteit van zorg te verbeteren.”

Verder zijn integrale scholingen en een integrale calamiteitenprocedure opgezet. “Veel effectiever om tot betere geboortezorg te komen dan wanneer iedere betrokken groep professionals hiervoor zijn eigen procedure heeft en geen kruisbestuiving plaatsvindt”, zegt Nijenhuis. “Dit alles in ogenschouw nemend begrijp ik wel waarom de zorgverzekeraars enthousiast worden van wat wij bereiken. We zorgen niet alleen voor een continue spiraal van kwaliteitsverbetering, we zorgen er ook voor dat de zwangere meer en betere zorg krijgt voor hetzelfde geld. En we houden meer zorg in de eerste lijn, wat goedkoper is dan ziekenhuiszorg. We zijn nog bezig de exacte gegevens hierover in kaart te brengen. Hierover kan ik dus pas meer zeggen op het moment dat we de uitkomsten daarvan kunnen publiceren. Maar ik kan wel al zeggen dat we in termen van zorguitkomsten voor moeder en kind mooie dingen zien gebeuren.”

Julia Spaan, gynaecoloog

Leren van elkaar

De gelijkwaardigheid van de gynaecologen en verloskundigen is geborgd in de governancestructuur van Annature en is er ook in de richtlijnencommissie. “De verloskundigen hadden hier vooraf wel zorgen over natuurlijk”, zegt Nijenhuis. “Bij hen leefde aanvankelijk de vraag of ze wel konden meedraaien op het niveau van het grote ziekenhuis.  Maar we zien hoe ze zich ontwikkelen.”

Verloskundigen hebben nu veel meer invloed op de uitwerking van plannen

Gynaecoloog Julia Spaan onderschrijft dit. “Verloskundigen hebben nu veel meer invloed op de uitwerking van plannen”, zegt zij. “Het gevolg van de integrale samenwerking is dat ook ons werk als gynaecologen verandert. We zien de zwangeren niet meer routinematig maar alleen wanneer dit nodig is. We hebben meer oog gekregen voor de expertise van de verloskundigen. We hebben elkaar echt gevonden in onze antwoorden op de vraag wie op welk moment de beste zorgverlener is. Daarin leren we nog steeds van elkaar. Daarin speelt ook het gedeelde dossier dat Linda noemde een rol. Je ziet daardoor veel meer van elkaars werk.”

De zwangere vrouw heeft binnen de afspraken die in Annature-verband zijn gemaakt ook de vrijheid om de verloskundepraktijk of kraamzorgorganisatie te kiezen die zij wenst, vult Nijenhuis tot slot aan. “En dat geldt ook voor de verloskundepraktijken en kraamzorgorganisaties aan de grens van ons werkgebied die niet bij de keten zijn aangesloten. Die keuzevrijheid blijft.”

Vragen en antwoorden over de integrale bekostiging in de geboortezorg

In de 31ste podcastaflevering van het Verloskundig Baken wordt de integrale bekostiging in de geboortezorg uitvoerig besproken. Vertegenwoordigers van Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), de Federatie van VSV's en de NZa geven antwoord op ingezonden vragen van luisteraars. Gemene delers in het gesprek zijn het belang van goede samenwerking in de regio en de focus op de kwaliteit van de zorg voor de zwangere vrouw en het kind. 

Wat zou de integrale bekostiging volgens de NZa moeten opleveren? Wat denkt de NZa dat de achtergrond is van de tegengeluiden die klinken uit het veld? Als de integrale bekostiging wordt doorgevoerd, vervallen dan alle innovaties die nu mogelijk zijn? Welke aanname wil de NZa graag weerleggen? En hoe zou de bekostiging voor de geboortezorg er over tien jaar uit moeten zien? 

Namens de NZa geeft Johan Rijneveld, directeur Regulering, antwoord. Rijneveld benadrukt dat de bekostiging samenwerking en goede geboortezorg moet ondersteunen. “We zien dat de integrale bekostiging tot een tweedeling in de sector leidt. Dat is vervelend en niet de bedoeling. Daarom zetten we juist in op zowel de doorontwikkeling van de monodiscplinaire bekostiging als integrale bekostiging voor die regio’s die daar baat bij hebben. Goede samenwerking kan niet worden afgedwongen. De huidige regio’s moeten daarom op dezelfde voet doorwerken aan het verbeteren van de geboortezorg in de regio.” 

Benieuwd naar het gesprek? Luister de podcast via deze link: https://www.verloskundigbaken.nl/podcast/31-qa-integrale-bekostiging-met-de-knov-nvog-nza-en-federatie-van-vsvs/