Gepubliceerd op 17 mei 2022
Bij de contractering van huisartsenzorg maken zorgverzekeraars over steeds meer thema’s afspraken met regionale samenwerkingsverbanden om zo de druk op de huisartsenzorg te verminderen. Welke afspraken worden er specifiek voor een regio of zelfs per wijk gemaakt? En wat zijn daarvan de voordelen, voor patiënt, huisarts en zorgverzekeraar? Stijn Strous, bestuurder van het samenwerkingsverband Rijnmond Dokters en Arjan Hartog, zorginkoper huisartsenzorg voor Zilveren Kruis, vertellen over hun ervaringen in de regio Rijnmond. “Wat enorm hielp was visualiseren dat we al een samenwerkingsverband wáren.”
De regio Rijnmond omvat de stad Rotterdam en een flinke schil aan gemeenten daaromheen. Het is een grootstedelijk gebied met een diverse populatie. Ongeveer 800.000 patiënten zijn in deze regio ingeschreven bij een huisarts, waarvan zo’n 650.000 patiënten in Rotterdam. Hier zijn de wijken divers en kunnen de gezondheidsverschillen van de patiëntenpopulatie per wijk groot zijn. De gemeenten rondom Rotterdam kenmerken zich juist weer door een kleinschaligere en eenduidigere populatie. Deze verschillen maken de organisatie van zorg, ook binnen een regio, complex. Voor de (huisartsen)zorg geldt in deze regio zeker geen one size fits all.
“Er is voor ons als zorgverzekeraar een scala aan zorgaanbieders om mee samen te werken en dat is vanwege alle verschillende perspectieven soms complex. Desondanks is de regio Rijnmond een regio die zich kenmerkt door een mentaliteit van aanpakken”, vertelt Arjan Hartog, zorginkoper huisartsenzorg voor zorgverzekeraar Zilveren Kruis. “Het is misschien het eeuwenoude cliché van Rotterdam, maar ik zie dat ook terug in onze regionale overlegcultuur. We hebben een vrij directe manier van elkaar benaderen. En hoewel de grote diversiteit in de regio erom vraagt om met veel verschillende belangen rekening te houden, is er grote bereidheid om met elkaar te bouwen aan een goede samenwerking. Want de uitdaging waarvoor we staan in de huisartsenzorg is groot. De inhoud en de kwaliteit zijn goed. Maar belangrijker is: hoe kunnen we de zorg zo organiseren dat deze ook in de toekomst beschikbaar is? Dat is een gezamenlijk proces om te doorlopen en doen we stap voor stap.”
In gesprek: van ‘14 naar 1’
Met ‘we’ verwijst Hartog naar Zilveren Kruis en Rijnmond Dokters, het samenwerkingsverband in de regio Rijnmond waarin verschillende lokale zorggroepen, gezondheidscentra en huisartsenpraktijken hun krachten hebben gebundeld. Rijnmond Dokters opereert officieel sinds begin januari 2022 maar de voorbereidende gesprekken gingen al drie jaar eerder van start. “Voorheen waren er 14 zorggroepen in de regio Rijnmond, nu is er 1 samenwerkingsverband waarin 260 huisartspraktijken zijn verenigd”, legt Hartog uit. “Die omslag bereik je niet van de ene op de andere dag. Je moet de tijd nemen om dat gesprek goed met elkaar te voeren. In het begin is dat spannend en moeilijk, soms krijg je zelfs een knauw, maar als je elkaar de ruimte geeft en het aandurft om vooruit te kijken, vind je elkaar uiteindelijk op inhoud, proces en financiering.”
Stijn Strous, bestuurder van Rijnmond Dokters, beaamt dat van ‘14 naar 1’ gaan geen eenvoudig proces was. “Huisartsen zijn niet voor niets huisarts geworden, zij houden van het zelfstandig te werk kunnen gaan en zijn gehecht aan hun professionele autonomie. Zeker niet iedere huisarts was intrinsiek voorstander van een groot samenwerkingsverband”, zegt Strous. “Maar als je elkaars taal leert spreken ontdek je wat de ander belangrijk vindt. Dat doe je bijvoorbeeld door scherp te krijgen aan welke lokale initiatieven veel waarde wordt gehecht.” Inmiddels is 95% van de huisartspraktijken in de regio aangesloten. Volgens Strous komt dit omdat de behoefte aan een regionaal samenwerkingsverband groot was. “Als regio heb je simpelweg te maken met knelpunten die je als eenling niet kunt oplossen. Als je je verenigt als groep, dan word je organisatiekracht groter en kom je juist verder. Je hebt een krachtigere stem aan de regionale bestuurstafel.”
Overeenstemming op de inhoud
Hoe is het Rijnmond Dokters en Zilveren Kruis gelukt om goede afspraken te maken? Door te starten vanuit de inhoud zegt zowel Strous als Hartog. Strous: “We zijn met zes werkgroepen, bestaande uit verschillende huisartsen, aan de slag gegaan met thema’s als financiering, meekijkconsulten, geestelijke gezondheidszorg (ggz) en ouderenzorg. Wat vinden we daarin belangrijk? Deze thema’s vormden vervolgens de basis voor de gesprekken met Zilveren Kruis.”
“Bij het definiëren van de inhoud waren de zorgaanbieders echt in de lead”, benadrukt Hartog. “Maar wij hebben vanuit Zilveren Kruis ook wel aangeven welke thema’s, zoals ouderenzorg, ggz en samenwerking met de gemeente, wij graag op de agenda wilden hebben. En zo is met de werkgroepen langzaamaan gebouwd aan het fundament van het regioplan van waaruit nu Rijnmond Dokters opereert en acteert.”
“Dat ging bijzonder goed”, vindt Hartog. “Maar: overeenstemming op de inhoud bereik je niet zomaar. We hebben ook veel tijd besteed aan het bespreken van belangen en argumenten, en het wegnemen van onzekerheden. Soms moet je elkaar ook gewoon even tijd gunnen. Alles om ervoor te zorgen dat we genoeg vertrouwen hadden om welke vervolgstap dan ook te zetten. Wat daarbij enorm hielp was het visualiseren dat we al een samenwerkingsverband wáren. Dat is natuurlijk lastig want je moet daarvoor uit je comfortzone treden, maar uiteindelijk konden we daardoor goede afspraken maken omdat je naar elkaar uitspreekt dat je het met elkaar aandurft.”
Kiezen naar wens
“Uiteindelijk hebben we vier modules en meerdere ondersteunende diensten ontwikkeld om de huisartsenzorg te versterken. Dit hebben we gedaan vanuit de financiering die we als regionaal samenwerkingsverband krijgen. De modules richten zich op chronische zorg, kwetsbare ouderenzorg, wijkmanagement en TBHZ. Deze laatste richt zich op het toekomstbestendig maken van de huisartsenzorg. Huisartsen kunnen verschillende scholingen volgen over dit onderwerp”, legt Strous uit. “Huisartsen kiezen zelf of zij één of meerdere modules willen contracteren waarvan ze dus weten dat de financiering goed geregeld is. Ons contract met Zilveren Kruis loopt heeft een duur van twee jaar, en heeft betrekking op segment 2 en (deels) segment 3.”
“Huisartsen kunnen daarnaast kiezen voor ondersteunende diensten om hun praktijk te versterken. Denk dan bijvoorbeeld aan ondersteuning op het vlak van digitalisering”, vervolgt Strous. “Zo bieden we ICT-praktijkscans aan en begeleiden we huisartsen bij het implementeren van digitale zorg. Ook is het mogelijk om verpleegkundigen te detacheren en bieden we huisartsen de mogelijkheid om patiënten met overgewicht of obesitas via Rijnmond Dokters eenvoudig te verwijzen naar een zorgaanbieder van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Zo werken we ook aan het gezonder maken van onze regio. En ook hier geldt weer: huisartsen kunnen zelf de keuzes maken. Met ons aanbod willen we echt van meerwaarde zijn voor de huisartsen in onze regio en daarmee de druk op de huisartsenzorg verminderen. Dat is de uitdaging. We hopen dat door een stevige regionale organisatie zorgverleners meer bezig kunnen zijn met de kerntaken van het vak.”
Aan de slag in de wijk
“Dat Rijnmond Dokters met dit aanbod de regionale huisartsen ondersteunt waardoor goede huisartsenzorg mogelijk wordt, dat waarderen wij als Zilveren Kruis enorm”, zegt Hartog. “Ik vind het krachtig dat de zorgaanbieders van huisartsenzorg nu verenigd zijn in de regio. We kunnen nu op grotere schaal afspraken maken over bepaalde onderwerpen. Een heel mooi voorbeeld vind ik de afspraak die we op wijkniveau hebben gemaakt waarbij wijkmanagers verantwoordelijk zijn geworden om een goede verbinding te leggen tussen de huisartsenzorg en het sociaal domein, welzijnsorganisaties, ggz en verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT). In 2022 gaan we daar in 40 verschillende wijken al mee aan de slag. Voor patiënten zal de zorg hierdoor anders georganiseerd worden, zodat vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten. Patiënten zullen hopelijk verbeteringen merken als het gaat om verwijzingen naar en wachttijden voor bijvoorbeeld ggz en VVT. Daarnaast verwacht ik veel van de ondersteuning die huisartsen van Rijnmond Dokters kunnen krijgen bij het implementeren van digitale zorg. Patiënten zullen gaan merken dat ze de doktersassistent kunnen bellen voor het maken van een afspraak, maar hun afspraken net zo goed digitaal kunnen maken. Dankzij dit soort ontwikkelingen wordt een waardevolle bijdrage geleverd aan de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de huisartsenzorg.”
Monitor contractering huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2022
In onze monitor schrijven we dat er steeds meer afspraken op regioniveau worden gemaakt. Zorgverzekeraars sturen meer nog dan in voorgaande jaren aan op afspraken met de regionale samenwerkingsverbanden. Over onderwerpen als de zorg voor kwetsbare ouderen en (digitale) meekijkconsulten worden door een aantal zorgverzekeraars enkel nog afspraken op regioniveau gemaakt. Met name in de grootstedelijke gebieden met van oudsher meerdere, verschillende zorgaanbieders kost de vorming van één regionaal samenwerkingsverband tijd. Opvallend is dat er grote verschillen tussen regio’s zichtbaar zijn. De regio Rijnmond is een voorbeeld van een regio waarin de samenwerking op een constructieve wijze tot stand gekomen is en goede afspraken gemaakt zijn.
In de monitor schrijven we ook dat een visie op toekomstbestendige huisartsenzorg in de regio nodig is. De toegankelijkheid van huisartsenzorg staat in een toenemend aantal regio’s onder druk. De ervaren werkdruk onder huisartsen is hoog en de problemen met het vinden van opvolging nemen toe. Dat vraagt om op regionaal niveau verder vooruit te kijken dan twee of vier jaren.
“Wij zien goede voorbeelden van constructieve samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars bij het realiseren van oplossingen voor lokale toegankelijkheidsproblemen. De regio Rijnmond is zo’n goed voorbeeld. Het is mooi om te horen dat het regionale samenwerkingsverband in Rotterdam de huisartsen écht kan ontzorgen en ondersteunen op verschillende thema’s, zodat de huisarts zich primair kan richten op huisartsenzorg. Dit draagt bij aan toegankelijke en toekomstbestendige huisartsenzorg, voor nu en in de toekomst.” – Paul Raaijmaakers en Tessa Oomen, NZa.