Nieuwe contractvormen tussen ziekenhuizen en verzekeraars geven een boost aan de broodnodige transformatie van de zorg in Nederland. In juli 2023 hebben wij enkele van die inspirerende contracten belicht. Maar hoe pakken deze uit in de praktijk? Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg laat het ons graag zien tijdens een werkbezoek.

“Een meerjarig contract sluit je niet zomaar af. Daar is durf, lef en vertrouwen voor nodig.” Aan het woord is Marcel Vrijhoeven, manager Zorgverkoop in het ETZ. Hij vertelt enthousiast over de 5-jarige contracten die het ziekenhuis heeft lopen met zorgverzekeraars Coöperatie VGZ en CZ. De 2 grootste verzekeraars in de regio. Groot voordeel van deze contractvorm is het wegvallen van de jaarlijkse onderhandelingen, waarbij - vaak onder grote druk - vergoedingen voor het nieuwe jaar afgesproken worden. Bij het ETZ wordt voor meerdere jaren een budget vastgesteld, wat zekerheid geeft over de inkomsten.

Geen hangmatje

Toch wil dit niet zeggen dat je in één keer klaar bent voor 5 jaar, weet Marcel: “We zijn voortdurend inhoudelijk bezig met diverse werkgroepen, die meerdere keren per jaar samenkomen. En Eefje van der Hoorn (manager medisch-specialistische zorg bij VGZ) is hier bijna wekelijks. Van tevoren maak je uitgebreide afspraken, maar er verandert altijd wel iets. Daarom betekent een meerjarig contract nog steeds hard werken; het is geen hangmatje.”

Hard werken dus, maar wel met een stevige, onderliggende basis van vertrouwen. Juist dat maakt het verschil in moeilijke discussies. Over de geplande nieuwbouw bij het ETZ locatie Elisabeth bijvoorbeeld. Het ziekenhuis en de verzekeraars hebben daarover kritische gesprekken gevoerd. Uiteindelijk zijn ze er samen uitgekomen: de gedeelde visie voor de zorg in de regio en de toekomst van het ziekenhuis gaven de doorslag.

Focus verschuift naar kwaliteit van zorg

Het meerjarige contract heeft een duidelijke invloed op projecten die worden gestart, omdat korte termijn opbrengsten (declaraties) minder relevant zijn geworden. Een voorbeeld is het ‘advance care planning’ project, dat de zorgbehoefte van palliatieve patiënten in kaart brengt. Daarvoor voert de patiënt, samen met een naaste, een persoonlijk gesprek met de verpleegkundige. Uit dit gesprek van ruim een uur vloeit vaak een zogenaamde beleidswijziging voort. Het beleid, waarin wordt vastgelegd welke zorg aan de patiënt wordt verleend, verandert dus door de voorkeuren van de patiënt.

Ook tijdens het proces blijft er contact over de behandelwensen. Patiënten en verpleegkundigen zijn razend enthousiast over deze nieuwe manier van werken. Maar er is een ‘probleem’: het levert vooral kwalitatieve resultaten op. En tegen de tijd dat die volledig zijn gemeten, ben je misschien wel jaren verder. Zonder directe resultaten is de aanzienlijke tijd die je erin stopt moeilijk te rechtvaardigen. Daarnaast kan de voorkeur van de patiënt tot gevolg hebben dat er minder declarabele zorg geleverd wordt.

Volumeprikkel neemt af

Juist daar zit de kern van de zaak. Want het verdienmodel van ziekenhuizen is nog altijd gebaseerd op de hoeveelheid declarabele zorg die wordt geleverd. Deze manier van werken levert juist mínder declarabele zorg op. Het ziekenhuis investeert dus fors in iets dat juist minder inkomsten oplevert. Hier komt het voordeel van meerjarige contracten om de hoek kijken, waarin verzekeraar en ziekenhuis een gedeelde visie uitwerken. Zorgt die visie voor minder omzet? Dan is dat van tevoren ingecalculeerd in het afgesproken budget en past het bij de gezamenlijke doelstellingen.

Hetzelfde geldt voor een ander initiatief: digitalisering van de patiëntreis. Een thema waar ieder ziekenhuis momenteel een eigen invulling aan geeft. Het biedt patiënten betere online dienstverlening en de mogelijkheid om meer zelf te doen. Met als resultaat meer eigen regie en minder tijdrovende telefoontjes naar het ziekenhuis om dingen te regelen. Het biedt ook een eerste triage: tijdens het digitale proces blijkt soms dat een patiënt helemaal geen ziekenhuiszorg nodig heeft. Meteen duidelijkheid voor de patiënt, die weet welke zorg hij of zij wél nodig heeft. Het ziekenhuis scheelt dit kostbare tijd en een onnodig consult. Tegelijk had dat onnodige consult anders wél gedeclareerd kunnen worden. Ook hier zorgen de afspraken met de zorgverzekeraar voor de nodige zekerheid.

Op weg met het Integraal Zorgakkoord

Nathalie van der Eijk, beleidsmedewerker bij de NZa, denkt dat meerjarige contracten kunnen helpen bij de transformatie die de zorg nodig heeft: “Uit onze werkbezoeken blijkt dat de financiële prikkel minder gedreven wordt door volume en meer door kwaliteit. Dat stimuleert passende zorg, op de juiste plek. Zoals ook beschreven in het Integraal Zorgakkoord. Het ETZ zegt hierin zelf al een eind op weg te zijn door deze manier van werken.”

Hoe geschikt het meerjarige contract is, hangt onder andere af van je regio. Nathalie: “We zien dat het helpend is als er in een regio 1 of 2 grote verzekeraars zijn bij strategische samenwerkingen. Daar kun je een intensieve samenwerking mee aangaan, want alle partijen zien dan een zwaarwegend belang in zo’n intensieve samenwerking met elkaar. Patiënt en maatschappij meenemen in de nieuwe transformatiewerkelijkheid is een uitdaging voor de hele zorgketen. Deze gezamenlijke aanpak geeft een breder draagvlak om een regionale visie voor de zorg uit te werken en alle betrokkenen hierin mee te nemen.”

"Trots op wat ze samen voor elkaar krijgen"

Trots

“We zien dat de partijen die een meerjarencontract hebben lopen, heel erg trots zijn op wat ze samen voor elkaar krijgen,” vertelt Nathalie. “Dat is ontzettend mooi om te zien! Ziekenhuizen profiteren van de expertise die de verzekeraar meebrengt. En de verzekeraars krijgen nog meer inzicht in de dagelijkse realiteit waarin ziekenhuizen zorg verlenen. Dus zijn de randvoorwaarden zoals beschreven in ons eerdere paper van innovatieve contracten vervuld? Ga dan eens serieus het gesprek met elkaar aan over deze contractvorm. Wie weet wat eruit voortkomt.”

‘Duurzame coalitie’ CZ en Elkerliek

CZ is begin 2020 gestart met een nieuw concept: ‘duurzame coalities’. Eén van de ziekenhuizen waarmee CZ een duurzame coalitie vormt, is het Elkerliek ziekenhuis in Helmond. Deze coalitie gaat uit van een strategische samenwerking dat is bekrachtigd in een meerjarig contract. Bij het werkbezoek in september spatte het enthousiasme over deze manier van werken ervan af. Natuurlijk zijn er uitdagingen. Te denken valt aan asymmetrisch financieren: dit volgt uit het feit dat zorgverzekeraars andere verzekerdenpopulaties hebben, waardoor de impact van een initiatief dan ook per zorgverzekeraar verschilt. Maar het werken met een aanneemsom, waardoor inkomsten stabiel zijn, haalt juist weer de productiedruk van de financiële ketel in het ziekenhuis.

Bij het starten van projecten geldt een belangrijk uitgangspunt: ‘nieuw voor oud’. Wat betekent dat een innovatie of nieuw project een bestaande werkwijze vervangt. Het mag dus niet leiden tot meer werk of kosten. Hierbij gaat het Elkerliek uit van kostenneutraliteit in plaats van kostenbesparing. Uit analyses bleek dat 10% van de patiënten voor 60% van de gedeclareerde kosten zorgt. Vervolgens zijn ze hun projecten daarop gaan focussen. Deze samenwerkingsvorm geeft zo de ruimte om projecten te selecteren die grote impact hebben, net zoals we zien bij het ETZ. Het betekende ook een intensievere samenwerking met CZ, die echt wilde snappen wat er gebeurt binnen het ziekenhuis.