Gepubliceerd op 22-11-2022

Ruim 80.000 mensen wachten op dit moment op geestelijke gezondheidszorg. Om deze wachtlijsten te verkorten heeft de Landelijke Stuurgroep Wachttijden GGZ onafhankelijke ‘versnellers’ ingezet. Zij versterken de regionale samenwerkingsverbanden om wachtlijsten te verminderen. Ook kijkt de versneller naar mogelijkheden om deze samenwerking in de toekomst te behouden.

In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat redelijke wachttijden voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zijn. Deze zogeheten treeknormen zijn twee decennia geleden door brancheorganisaties, zorgverzekeraars en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) opgesteld. Uit de meest recente cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat een groeiend aantal mensen langer dan de treeknorm moet wachten op een behandeling. In mei 2022 gold dit voor 51,8 procent van de wachtenden. Om wachttijden te verminderen heeft het ministerie van VWS een Stuurgroep Wachttijden GGZ ingesteld. De inzet van versnellers is een van de acties van deze stuurgroep, waar onder meer brancheverenigingen, zorgverzekeraars en gemeenten in zijn vertegenwoordigd. Eind 2020 zijn de eerste versnellers begonnen in de regio’s waar op dat moment de langste wachttijden bestonden. De NZa heeft, samen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), versnellers gesproken over de situatie in de regio. Daaruit blijkt dat versnellers een positieve invloed hebben op regionale samenwerkingen om wachttijden te verlagen.

Treeknorm wachttijden ggz

  • Binnen 4 weken na inschrijving volgt een intake;
  • Binnen 10 weken na de intake begint met de behandeling;
  • De maximale wachttijd tussen inschrijving en behandeling is dus 14 weken.

Bron: Informatiekaart wachttijden ggz juli 2022 | NZa

Verlengen van regeling voor inzet versnellers

Als toezichthouder is Erik Koek (NZa) nauw betrokken bij het onderzoek naar de regionale aanpak van wachtlijsten in de ggz. Hij werkte onder meer mee aan het evaluatierapport dat de NZa met de IGJ uitbracht in 2021. “We signaleerden tijdens ons onderzoek naar ontwikkelingen in de regio op het gebied van wachtlijstproblematiek dat de subsidie voor de versnellers zou aflopen”, begint hij. “De samenwerking om wachttijden te verkorten in deze regio’s loopt steeds beter, maar we merkten ook dat de regio deze nieuwe situatie nog niet in haar eentje kan dragen. Je wil als de versnellers afscheid nemen dat alles echt lekker loopt en de kinderziektes eruit zijn. Dat is nu nog te vroeg.” De NZa en IGJ raadden daarom in een brief naar de minister aan om het traject met de versnellers te verlengen en zo geschiedde. Deze zomer zette het ministerie van VWS een nieuw traject uit en er is geld vrijgemaakt om de komende jaren een subsidie te bieden voor de inzet van versnellers. 

Betrokken partijen bij elkaar zetten

De eerste versnellers begonnen in 2020 in de regio’s waar destijds de langste wachttijden bestonden. Freek de Bruijn ging aan de slag in de regio met op dat moment de slechtste cijfers: Apeldoorn en omgeving. “Onze focus ging uit naar de uitschieters op de lijst en variatie tussen wachttijden van verschillende cliënten. Toen ik als versneller begon, kon de ene cliënt binnen acht weken terecht en een ander pas na vijfendertig weken.” Zijn collega Martijn Mahler trof een soortgelijke situatie aan in regio Flevoland. Hoe begin je dan aan het verbeteren van wachttijdproblematiek in zo’n regio? “Het eerste dat je doet in deze rol is het bij elkaar brengen van de vele betrokken partijen. Dat zijn onder meer cliëntbelang, de huisartsenverenigingen, ggz-aanbieders, de zorgverzekeraars en de gemeenten.” De aanwezigheid van de sociale wijkteams is hierbij volgens hem onmisbaar. “Zij spelen namelijk een belangrijke rol bij het verminderen van wachtlijsten.”

“Het eerste dat je doet in deze rol is het bij elkaar brengen van vele betrokken partijen”

Sneller naar een passende plek

In Flevoland vindt inmiddels een wekelijks overleg plaats, waarbij de betrokken partijen samen op zoek gaan naar de best passende plek voor cliënten die vast dreigen te lopen. Dat is soms niet direct mogelijk. Mahler merkt dat deze gesprekken ertoe leiden dat de partijen elkaar beter weten te vinden. “Ze zijn namelijk beter op de hoogte van elkaars kwaliteiten, waar ze elkaar op kunnen aanvullen en hoe ze in de toekomst beter kunnen samenwerken. En dat is precies wat ik wil bereiken.” Dienke Hedemann ziet als directeur bedrijfsvoering van regio Eemland bij GGz Centraal ook de voordelen van deze ‘overlegtafels’ voor cliënten. “Wat er in het verleden nog weleens gebeurde, was dat er iemand ergens lang op een wachtlijst stond en dat er tijdens een intake bleek dat diegene niet op de goede plek was. Vervolgens kwam die dan bij een andere organisatie weer onderaan op een wachtlijst. Dat voorkomen we nu door al van tevoren gezamenlijk te bekijken waar iemand op de juiste plek is.” Ze prijst daarbij de meerwaarde die huisartsen leveren in dit gesprek, die door laagdrempelig en met een goede inschatting van de ernst van de situatie een casus kunnen inbrengen. Ook ziet Mahler voordelen van deze overlegstructuur voor cliënten met een complexe zorgvraag. “Het mooie is dat je dan na verloop van tijd begint te zien dat er zelfs op het gebied van de ingewikkeldere cliënten, zoals die met ernstige psychiatrische aandoeningen, samenwerking en uitwisseling ontstaat. Je ziet dan dat partijen bij crisis ook deze cliënten van elkaar overnemen.”

Verbinding tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars

De NZa houdt onder meer toezicht op de verdeling van ggz-capaciteit in de regio. Koek: “Je wil dat mensen die de zorg het meest nodig hebben ook als eerste worden geholpen. Het is ook belangrijk om bij de mensen die op de wachtlijst staan goed te beoordelen waar zij geholpen moeten worden. Een versneller kan juist helpen om de verschillende zorgdomeinen samen te brengen en te zorgen dat mensen sneller terecht komen op de juiste plek.” In haar monitor contractering ggz 2022 dringt de NZa ook aan om regionale transfermechanismen, zoals de versnellers, vast te leggen in meerjarencontracten tussen verzekeraars en aanbieders. De Bruijn ziet in het contact tussen de zorgaanbieder en zorgverzekeraar wel voordelen van de versnellers. Zo kan hij zich vanuit zijn functie volledig focussen op de wachttijden: iets dat anders niet als eerste prioriteit behandeld kan worden. “Ook heeft de zorgverzekeraar nu één aanspreekpunt dat verschillende partijen samenbrengt. Dat is veel functioneler dan het probleem per zorginstelling in kaart te moeten brengen en oplossen.” 

“Het is veel functioneler dat een zorgverzekeraar nu één aanspreekpunt heeft die verschillende partijen samenbrengt.”

Verbetering in de regio

Het effect na twee jaar versnellers in de ggz is al merkbaar. Mahler merkt dat aan de wachtlijsten in zijn regio Flevoland. “Toen we met de versnellers startten in Flevoland waren we de regio met de op vijf na langste wachttijden. Ruim een jaar later hadden we gemiddeld de kortste wachttijden van heel Nederland.” Ook in Apeldoorn en omgeving merkt De Bruijn dat zijn werk een positieve bijdrage levert aan de bestrijding van wachttijden. “Wij hebben in onze regio sinds de start van de transfer- en casuïstiektafel in zomer van 2021 meer dan 600 cliënten getransfereerd van de ene naar de andere ggz-aanbieder. Deze cliënten zijn daardoor van de wachtlijst af en worden nu ergens anders passender of sneller geholpen.” In 2023 worden meer versnellers aangesteld om in meerdere regio’s een bijdrage te leveren aan het terugdringen van wachttijden. Een goede zaak, vindt de NZa, die nieuwe gesprekken heeft gevoerd met de regionale taskforces in negen regio’s. “Daar zitten alle betrokken partijen bij. We hebben, een jaar na ons vorige gesprek, opnieuw gekeken hoe men ervoor staat in die regio’s en hoe ver ze zijn met onze aanbevelingen”, deelt Koek. De conclusies van deze gesprekken worden begin 2023 verwacht.

Probleem gezamenlijk in de keten oplossen

Ondanks de sprongen vooruit zijn de versnellers nog niet klaar. “Wij hebben in onze regio tien probleemgebieden vastgesteld waarop we allemaal progressie willen boeken”, deelt De Bruijn. “Als er iets is wat ik heb geleerd tijdens dit traject is dat het echt gaat om een lange adem.” Volgens Mahler is het goed om de lange wachttijden met de hele keten te blijven oplossen. Ook Hedemann vindt samenwerken een belangrijk onderdeel om wachttijden in de toekomst verder terug te dringen. “Het lijkt er niet op dat de personeelstekorten in de ggz snel weggewerkt zullen zijn. Daarom heb je elkaar nodig en versnellers zijn een belangrijk hulpmiddel om iedereen bij elkaar te brengen. Zij zorgen dat je niet alleen afhankelijk bent van samenwerking tussen individuen, maar bouwen ook een werkbare structuur op voor de langere termijn.”